RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600330-1C – 2021.02
3
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur
|
OPMERKING
Tegen de muur gemonteerde units moeten op minstens 1,8 m van het laagste punt
van de vloer worden gemonteerd. In het plafond gemonteerde units moeten op
minstens 2,2 m van het laagste punt van de vloer worden gemonteerd.
3 Bepaal de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem aan de hand van de
onderstaande grafiek of tabel.
Bij een gebouw met ondergrondse verdiepingen gelden speciale vereisten
voor de maximum toegelaten hoeveelheid koelmiddel.
De maximum toegelaten hoeveelheid koelmiddel wordt bepaald door
middel van grafiek "(a)" of "(b)" en "(a)(b)" voor de kamer met het kleinste
oppervlak op de laagste ondergrondse verdieping.
De maximum toegelaten hoeveelheid koelmiddel moet worden bepaald
voor de kamer met het kleinste oppervlak op zowel de laagste
ondergrondse verdieping als op de andere verdiepingen.
De laagste maximum toegelaten hoeveelheid koelmiddel van beide MOET
worden gebruikt.
Opmerking: De afgeleide hoeveelheid koelmiddel moet naar beneden worden
afgerond.
ANDERE VERDIEPINGEN
Curve (c) = kameroppervlakte ≥10 m²
LAAGSTE ONDERGRONDSE VERDIEPING
Curve (a) OF (b) = kameroppervlakte <15 m²
Curve (a)(b) = kameroppervlakte ≥15 m²
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
25