RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600330-1C – 2021.02
▪
Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 3°C dalen.
▪
Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 49°C stijgen.
▪
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Snel
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte
van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur
heel snel te bereiken. Overshoot is toegestaan vanaf het opstarten.
▪
Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 6°C dalen.
▪
Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 46°C stijgen.
▪
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Gematigd
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte
van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur
heel snel te bereiken. Overshoot is niet toegestaan vanaf het opstarten. Het
opstarten gebeurt onder de voorwaarden bepaald door de werkingsstand
hierboven.
▪
Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 6°C dalen.
▪
Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 46°C stijgen.
▪
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
▪
De omstandigheden van het opstarten verschillen van die van de krachtige en
snelle comfortinstelling.
21
Verander...
[2‑41]=3.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑42]=3.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9]
Verander...
[2‑41]=2.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑42]=2.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9].
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Configuratie
|
131