Onderhoud
Besturing afstellen
1.
Meet de toesporing (op ashoogte) aan de voor-
en achterkant van de gestuurde wielen. De
afstand aan de voorkant moet 6 mm kleiner zijn
dan aan de achterkant.
2.
Om de toesporing af te stellen, de contramoeren
losdraaien en de stuurstang draaien (fig. 34).
3.
Draai het stuurwiel tot aanslag linksom om een
volledige bocht naar links te maken (fig. 34).
4.
Controleer de afstand tussen de linkerband en de
stuurstang. Er moet in deze positie 25 mm
6 mm ruimte zijn.
5.
Om de ruimte af te stellen, de contramoeren
losdraaien en de stuurstang draaien (fig. 34).
6.
Draai de stuurstang om de voorkant van de band
naar binnen of naar buiten te bewegen.
7.
Als de afstelling correct is, de contramoeren
vastdraaien.
Figuur 34
1. Stuurstang
38
2. Stuurstang