Figuur 11
1. Schroefknop
2. Stofreservoir
3. Stofklep
4. Vleugelmoer met
afdichtring
5. Filterelement
6. Luchtfilterhuis
Reinigen van het luchtfilter
Reinig het luchtfilter na elke 200 uur of vaker onder
zeer stoffige of vuile omstandigheden, door middel
van wassen of met perslucht. Vervang het element na
elke zes reinigingsbeurten (1500 uur) of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
NB.:
Onder zeer stoffige of vuile
omstandigheden begint u met het
stofreservoir en de stofklep na elke
werkdag te controleren, om ongeveer
te bepalen na hoeveel tijd het reservoir
moet worden geleegd.
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking
stellen en de contactsleutel in de stand "UIT"
draaien om de motor te stoppen. Verwijder de
sleutel uit het contactslot.
2.
Omgeving van het luchtfilter schoonmaken, om
te voorkomen dat vuil in de motor komt en
schade veroorzaakt.
3.
Stofreservoir verwijderen en reinigen; zie
Onderhoud van stofreservoir en stofklep.
4.
Verwijder vleugelmoer en afdichtring en schuif
het filterelement uit het luchtfilter (fig. 12).
Onderhoud
23