Databases kunnen ongesynchroniseerd raken wanneer een of meerdere displays in een
netwerk met meerdere displays niet zijn ingeschakeld terwijl andere displays in gebruik zijn.
Het maken van waypoints, routes en tracks, en het wijzigen van algemene instellingen zijn
van invloed op databases.
Wanneer het selectievakje Vuil is ingeschakeld, heeft de unit gemerkt dat de eigen database
ouder is dan die van een ander apparaat in hetzelfde netwerk. Het selectievakje wordt
uitgeschakeld binnen enkele seconden nadat beide apparaten zijn ingeschakeld en de
databases met elkaar synchroniseren. Als het selectievakje niet wordt uitgeschakeld, wordt
aanbevolen alle apparaten uit te schakelen en vervolgens weer in de schakelen.
IP-adres
In de onderste tabel staan het IP adres van het display dat wordt weergegeven (boven aan
de lijst), het masterdisplay (hiernaast staat Dit display) en eventuele andere displays die zich
bevinden in een netwerk met meerdere displays.
De functie van de master is onzichtbaar voor de eindgebruiker. Deze beheert de
databasesynchronisatie, ondanks dat deze taak automatisch overgaat naar een ander display
als de huidige master wordt uitgeschakeld.
De lijst met IP-adressen wordt alleen vernieuwd nadat alle apparaten in het netwerk zijn
uitgeschakeld. Wanneer er in het netwerk één apparaat wordt uitgeschakeld, wordt dit niet
verwijderd uit de tabel die wordt getoond op andere apparaten. Wanneer u een systeem
inschakelt dat volledig was uitgeschakeld, wordt er mogelijk een probleem met de
netwerkverbinding geconstateerd als op een display geen andere IP-adressen worden
getoond dan het eigen IP-adres.
De UDB versie is afhankelijk van de softwareversie die op het display is geïnstalleerd. Deze
wijzigt nooit automatisch, in tegenstelling tot de versie van de database in de bovenste
tabel. Het wordt aanbevolen dat alle UDB-versies hetzelfde zijn. Dit kunt u doen door de
nieuwste software op uw display te installeren. Voor meer informatie raadpleegt u "Software-
upgrades" op pagina 44.
Netwerklampje van module
Het netwerklampje op netwerkhubs kan handig zijn om te bepalen of het netwerk actief is.
Als er geen lampje brandt, is er geen verbinding. Een snel knipperend groen lampje betekent
dat de netwerkmodule momenteel communiceert met een ander apparaat.
FLIR-camera instellen
De camera's uit de FLIR M-serie zijn aan te sluiten via plug-and-play wanneer de camera
wordt gebruikt in combinatie met de WIFI-1 die fungeert als a DHCP-host. Voor gebruik op
netwerken zonder DHCP-host raadpleegt u de website www.bandg.com of neemt u contact
op met de technische ondersteuning.
Mercury®
Als de unit zich bevindt in hetzelfde NMEA 2000-netwerk als een Mercury VesselView® 4, 7,
403, 502, 702, 703 of Link, wordt een aantal Mercury®-specifieke functies automatisch
ontgrendeld op de unit. Wanneer de functies zijn ingeschakeld, wordt de gebruiker mogelijk
gevraagd om informatie over basisinstellingen op te geven. Voor meer informatie raadpleegt
u de VesselView®-handleiding of neemt u contact op met de motorleverancier.
Suzuki Marine®
Als de unit zich bevindt in het zelfde NMEA 2000-netwerk als een Suzuki C10-kleurenmeter,
wordt een specifiek Suzuki-instrumentenpaneel ontgrendeld en automatisch ingeschakeld.
Het selecteren van de gegevensbron gebeurt op dezelfde manier als voor reguliere NMEA
2000-bronnen.
Software-updates en back-up van gegevens
Van tijd tot tijd brengen we software-updates uit voor onze bestaande producten. Updates
worden vanwege een aantal redenen uitgebracht: om functies te verbeteren, ondersteuning
toe te voegen voor nieuwe externe apparaten of om bugs in de software te verhelpen.
U vindt de updates op de website: www.bandg.com
43
Software installeren
| Zeus3 Installatiehandleiding