De beeldeenheid vervangen
De gebruiksduur van de beeldeenheid bedraagt ca. 20.000
zwartwitpagina's of 50.000 afbeeldingen, afhankelijk van welk aantal als
eerste wordt bereikt. Wanneer de levensduur van de beeldeenheid
afgelopen is, verschijnt Beeldeenheid vervangen op de display van het
bedieningspaneel en wordt zo aangegeven dat de beeldeenheid moet
worden vervangen. Anders stopt de printer met afdrukken.
De beeldeenheid vervangen:
Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten tot het
1
apparaat is afgekoeld.
Open de voorklep.
2
Verwijder alle tonercassettes en de cassette voor gebruikte toner
3
uit het apparaat.
Haal de beeldeenheid uit het apparaat d.m.v. de handgreep
4
onderaan.
Trek de bovenste handgreep op de beeldeenheid omhoog en
5
gebruik deze om de beeldeenheid volledig uit het apparaat te
trekken
Verwijder de beschermingselementen aan weerszijden van de
6
beeldeenheid en verwijder het papier dat het oppervlak van de
beeldeenheid beschermt.
Let op
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar,
om de beeldeenheid uit de verpakking te halen. U zou het
oppervlak van de beeldeenheid kunnen beschadigen.
• Let erop dat u geen krassen maakt op het oppervlak van de
beeldeenheid.
• Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten bloot
aan licht om te vermijden dat ze wordt beschadigd. Bedek
desnoods de beeldeenheid met een stuk papier om ze te
beschermen.
13.7
<Onderhoud>