Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Richtlijnen Voor De Keuze En Het Bewaren Van Afdrukmaterialen - Xerox Phaser 6110MFP Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Phaser 6110MFP:
Inhoudsopgave

Advertenties

Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus
ondersteund worden
Modus
Formaat
Letter, A4, Legal,
Kopieermodus
Oficio, Folio, Executive,
JIS B5, A5, A6
Het apparaat
Afdrukmodus
ondersteunt alle
formaten
a
Faxmodus
Letter, A4, Legal
a. Phaser 6110MFP/XN alleen.
Richtlijnen voor de keuze en het bewaren van
afdrukmaterialen
Houd de volgende richtlijnen in gedachte wanneer u papier, enveloppen
of andere afdrukmaterialen kiest:
• Gebruik alleen afdrukmaterialen die beantwoorden aan de
specificaties op pagina 5.3.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld of
gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Voor een optimale afdrukkwaliteit, gebruikt u best hoogwaardig
kopieerpapier speciaal voor laserprinters.
• Vermijd de volgende afdrukmaterialen:
- Papier met reliëfopdruk, perforaties of een te gladde of te groffe
textuur
- Wisbaar bankpostpapier
- Kettingpapier
- Synthetisch papier en warmtebestendig papier
- Carbonloos papier en doordrukpapier.
Deze papiersoorten kunnen aanleiding geven tot papierstoringen,
scheikundige dampen en schade aan uw apparaat.
• Laat afdrukmaterialen in hun verpakking tot u ze gebruikt. Plaats de
kartonnen dozen op pallets of in rekken, niet op de grond. Plaats
geen zware voorwerpen bovenop het papier, ongeacht of het verpakt
is of niet. Vermijd vocht of andere omstandigheden waardoor het
papier kan gaan krullen of kreuken.
• Bewaar niet gebruikt afdrukmateriaal bij temperaturen tussen 15 °C
en 30 °C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10% en 70%
liggen.
• Bewaar onbedrukte afdrukmaterialen in een vochtbestendige
verpakking, zoals een plastic doos of zak, om te vermijden dat uw
papier aangetast wordt door vocht en stof.
• Voer speciale afdrukmedia vel voor vel in via handmatige invoer om
te voorkomen dat ze vastlopen.
• Om te vermijden dat afdrukmaterialen, zoals transparanten en
etiketvellen, aan mekaar gaan kleven, verwijdert u ze wanneer ze uit
de printer komen.
Invoer
• lade 1
• optionele lade 2
• handmatige invoer
• lade 1
• optionele lade 2
• handmatige invoer
• lade 1
• optionele lade 2
5.4
Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
Soort materiaal
• Of enveloppen behoorlijk worden bedrukt, is
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen.
Bij de keuze van enveloppen, houdt u best
rekening met de volgende factoren:
- Gewicht: Het gewicht van het enveloppe-
papier mag niet meer dan 90 g/m
of anders kan een papierstoring optreden.
- Ontwerp: Voor het afdrukken mogen
enveloppen geen lucht bevatten en niet
uitsteken boven de 6 mm.
- Toestand: De enveloppen mogen niet
verkreukt, gescheurd of anderzijds
beschadigd zijn.
- Temperatuur: U moet enveloppen gebruiken
die bestand zijn tegen de hitte en druk binnen
in het apparaat tijdens het afdrukken.
• Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met
scherpe vouwen.
• Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes,
knipsluiting, vensters, gecoate binnenbekleding,
zelfklevende sluiting of andere synthetische
materialen.
• Gebruik geen enveloppen van slechte kwaliteit
of beschadigde exemplaren.
Enveloppen
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van
de enveloppe helemaal uitloopt tot in de hoek
van de enveloppe.
Aanvaardbaar
Onaanvaardbaar
• Enveloppes met een verwijderbare strip of met
meer dan één zelfklevende vouwbare klep
moeten van een kleefmiddel voorzien zijn dat
met de smelttemperatuur van het apparaat, nl.
180 °C per 0,1 seconde compatibel is. De extra
kleppen kunnen kreuken, scheuren en
papierstoringen veroorzaken en zelfs schade
toebrengen aan de smelteenheid.
• Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de
marges niet dichter dan 15 mm van de rand van
de enveloppe.
• Druk niet af over de plaats waar de naden van
de enveloppe samenkomen.
<Originelen en afdrukmedia plaatsen>
Richtlijnen
2
bedragen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave