Voor papierformaten kleiner dan het letter-formaat, plaatst u de
geleiders in hun aanvangspositie en stelt u de lengte- en
breedtegeleiders opnieuw in.
NB
• Duw de papierbreedtegeleiders niet zo ver dat het materiaal
doorbuigt.
• Als u de papierbreedtegeleiders niet juist aanpast, kan dit
papierstoringen veroorzaken.
Sluit de papierklep.
5
Schuif lade 1 terug in het apparaat.
6
In de handmatige invoer
In de lade voor handmatige invoer kunnen speciale formaten en soorten
afdrukmateriaal, zoals transparanten, briefkaarten, notitiekaarten,
etiketten en enveloppen worden geplaatst. Dit is handig als u maar één
pagina wilt afdrukken op voorbedrukt of gekleurd papier.
Papier plaatsen in de lade voor handmatige invoer:
Opgepast
• Als u voor het afdrukken de lade voor handinvoer gebruikt,
neem dan alle papier uit lade 1.
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
1
Houd bij het plaatsen van het papier de volgende richtlijnen in acht
afhankelijk van het type afdrukmateriaal:
• Enveloppen: Zorg ervoor dat de klep naar beneden is geklapt en
de ruimte voor de postzegel zich in de linkerbovenhoek bevindt.
• Transparanten: Afdrukken met de afdrukzijde naar boven en de
bovenkant waarbij de kleefstrip het eerst het apparaat ingaat.
• Etiketten: Afdrukken met de afdrukzijde naar boven waarbij de
bovenste korte zijde het eerst het apparaat ingaat.
• Voorbedrukt papier: Afdrukken met de bedrukte zijde naar boven
en de bovenkant in de richting van het apparaat.
• Karton: Afdrukken met de afdrukzijde naar boven waarbij de korte
zijde het eerst het apparaat ingaat.
• Reeds afgedrukt papier: Reeds afgedrukte zijde naar onder met
de ongekrulde rand in de richting van het apparaat.
5.8
<Originelen en afdrukmedia plaatsen>