Sluit de papierklep.
8
Schuif de papierlade weer in de printer.
9
U kunt briefpapier met de voorgedrukte zijde naar boven plaatseen.
De bovenste rand van het vel met het logo moet eerst in het
apparaat worden gestoken.
Stel na het plaatsen van het papier de papiersoort en het formaat
voor lade 1 in. Zie pagina 5.9 voor het kopiëren en faxen of
raadpleeg het hoofdstuk Software voor het afdrukken via de pc.
NB
• Omdat er te weinig papier in de lade werd geplaatst, kan de
lengtegeleider naar binnen worden geduwd. Plaats
voldoende papier.
• Als u bij de papierinvoer problemen ondervindt, voert u uw
document vel voor vel in via handmatige invoer.
• U kunt ook papier laden waarop al is afgedrukt. De bedrukte
zijde moet met een niet vervormde rand naar onder in het
apparaat liggen. Bij invoerproblemen draait u het papier
180 graden. Merk op dat de afdrukkwaliteit niet gegarandeerd
wordt.
Het papierformaat in lade 1 veranderen
Als u extra lang papier bijvoorbeeld van het formaat Legal in de lade
plaatst, moet u de lengtegeleider aanpassen om de papierlade te
verlengen.
Om het formaat in lade 1 te veranderen, moet u de papierlengtegeleider
juist aanpassen.
Haal lade 1 uit het apparaat. Open het papierdeksel en verwijder
1
het papier uit lade 1 indien nodig.
Maak de vergrendeling bovenaan in de lade los en haal het papier
2
er handmatig uit.
Plaats papier in de lade.
3
Verschuif de lengtegeleider zachtjes tot tegen de stapel papier.
4
Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif hem tot tegen de
stapel papier zonder deze te buigen.
5.7
<Originelen en afdrukmedia plaatsen>