Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in.
Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de pagina
weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige
reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
Auto.zoom: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau
geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart. Als u deze
functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Spoorlog: Hiermee wordt het spoorlog, of de route die u hebt
afgelegd, in de vorm van een gekleurde lijn op de kaart
weergegeven of verborgen.
Gebr.locaties: Hiermee worden opgeslagen locaties op de
kaart weergegeven of verborgen.
Kaartgegevens weergeven of verbergen
Als er meerdere kaarten op uw toestel zijn geïnstalleerd, kunt u
kiezen welke kaartgegevens op een kaart worden weergegeven.
1
Wachtstand
.
2
Selecteer Instellingen > Kaart > Configureer kaarten.
3
Selecteer een kaart om de schakelaar te activeren waarmee
de kaartgegevens worden weergegeven of verborgen.
Systeeminstellingen
Houd
ingedrukt en selecteer Instellingen > Systeem.
Gebruikersprofiel: Hiermee kunt u uw persoonlijke statistieken
opvragen en aanpassen
pagina
5).
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van het toestel
instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen
pagina
18).
Schermverlichting: Hiermee kunt u instellingen van de
schermverlichting wijzigen
pagina
18).
Geluiden: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen, waarschuwingen en trillingen.
Eenheden: Hiermee kunt u de op het toestel gebruikte
meeteenheden instellen
pagina
18).
GLONASS: U kunt de optie GLONASS inschakelen voor betere
prestaties in moeilijke omgevingen en snellere
positiebepaling. Als de opties WAAS/EGNOS en GLONASS
worden gebruikt, kan de gebruiksduur van de batterij sneller
afnemen dan alleen met GPS.
WAAS/EGNOS: U kunt de optie WAAS/EGNOS inschakelen
voor betere prestaties in moeilijke omgevingen en snellere
positiebepaling. Als de opties WAAS/EGNOS en GLONASS
worden gebruikt, kan de gebruiksduur van de batterij sneller
afnemen dan alleen met GPS.
Positieformaat: Hiermee stelt u de opties voor geografisch
positieformaat en kaartdatum in.
Formaat: Hiermee kunt u algemene notatievoorkeuren instellen,
zoals het tempo en de snelheid die tijdens activiteiten worden
weergegeven en het begin van de week.
Gegevensopslag: Hiermee stelt u in hoe het toestel
activiteitgegevens vastlegt. Bij de opname-instelling Smart
(standaard) kunnen activiteiten gedurende langere tijd
worden vastgelegd. Bij de opname-instelling Iedere seconde
zijn de opnamen van activiteiten meer gedetailleerd, maar
worden langer durende activiteiten mogelijk niet geheel
vastgelegd.
USB-modus: Hiermee kunt u de massaopslagmodus of de
Garmin modus inschakelen op het toestel als er verbinding is
met een computer.
Herstel standaards: Hiermee kunt u gebruikersgegevens en -
instellingen herstellen
(Alle standaardinstellingen herstellen,
pagina
21).
18
(Uw gebruikersprofiel instellen,
(Tijdinstellingen,
(Schermverlichtingsinstellingen,
(De maateenheden wijzigen,
Software-update: Hiermee kunt u via Garmin Express
gedownloade software-updates installeren.
Over: Hiermee wordt informatie over het toestel, de software en
de licentie weergegeven.
Tijdinstellingen
Houd
ingedrukt en selecteer Instellingen > Systeem > Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok in.
Stel tijd in: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in. De
optie Automatisch stelt de tijdzone automatisch in op basis
van uw GPS-positie.
Tijd: Hiermee kunt u de tijd aanpassen als de functie is
ingesteld op de optie Handmatig.
Schermverlichtingsinstellingen
Houd
ingedrukt en selecteer Instellingen > Systeem >
Schermverlichting.
Modus: Hiermee stelt u in dat u de schermverlichting handmatig
kunt inschakelen of dat de schermverlichting wordt
ingeschakeld voor knoppen en alarmen.
Time-out: Hiermee kunt u de tijdsduur instellen voordat de
schermverlichting wordt uitgeschakeld.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand, tempo en snelheid, hoogte,
gewicht, lengte en temperatuur aanpassen.
1
Wachtstand
.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Eenheden.
3
Selecteer een type maatsysteem.
4
Selecteer een maateenheid.
ANT+ sensors
Het toestel is compatibel met deze optionele draadloze ANT+
accessoires.
• Hartslagmeter, zoals HRM-Run
aanbrengen, pagina
19)
• Fietssnelheid- en cadanssensor
fietscadanssensor gebruiken, pagina
• Voetsensor
(Voetsensor, pagina
• Vermogenssensor, zoals Vector
• tempe
™
draadloze temperatuursensor
Ga naar
http://buy.garmin.com
compatibiliteit en de aanschaf van extra sensors.
ANT+ sensors koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een sensor via de ANT+
draadloze technologie met uw toestel wilt verbinden, moet u het
toestel en de sensor eerst koppelen. Nadat de koppeling is
voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de
sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en
zich binnen bereik bevindt.
OPMERKING: Indien uw toestel is geleverd met een
hartslagmeter, zal de bijgeleverde hartslagmeter reeds zijn
gekoppeld met uw toestel.
1
Als u een hartslagmeter koppelt, moet u de hartslagmeter
omdoen
(De hartslagmeter aanbrengen, pagina
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
2
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij
andere ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
3
Wachtstand
.
4
Selecteer Instellingen > Sensors > Voeg nieuw toe.
(De hartslagmeter
(Een optionele
19)
19)
™
(tempe, pagina
voor meer informatie over de
19).
ANT+ sensors
19)