6.7.7
Alarm geen drukverandering bij de start [No Pressure Change At Start alarm]
Dit alarm geeft aan dat de compressor niet in staat is om te starten of om te zorgen voor een bepaalde minimale variatie
van de verdampings- of condensatiedruk na het starten.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt gestopt.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
Led op knop 2 van Extere HMI knippert.
String in de alarmlijst:
+ Cx Off NoPressChgStartAlm
String in het logboek alarmen:
Cx Off NoPressChgStartAlm
Tekenreeks in het alarm-snapshot
Cx Off NoPressChgStart Alm
6.7.8
Verdampingsdruk sensor-storing [Evaporating Pressure sensor fault]
Dit alarm geeft aan dat de omvormer voor de verdampingsdruk niet goed werkt.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt gestopt.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
Led op knop 2 van Extere HMI knippert.
String in de alarmlijst:
+ CxOff EvapPressSen
String in het logboek alarmen:
CxOff EvapPressSen
Tekenreeks in het alarm-snapshot
Cx Off EvapPress Sen
6.7.9
Sensorfout condensatiedruk [Condensing Pressure sensor fault]
Dit alarm geeft aan dat de omzetter van de condensatiedruk niet correct functioneert.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt gestopt.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
Led op knop 2 van Extere HMI knippert.
String in de alarmlijst:
+ CxOff CndPressSen
String in het logboek alarmen:
CxOff CndPressSen
Tekenreeks in het alarm-snapshot
Cx Off CondPress Sen
Oorzaak
De compressor kan niet starten.
De compressor draait in de verkeerde
richting.
Het
koelmiddelcircuit
bevat
koelmiddel.
Onjuiste werking van de omvormers voor
verdampings- of condensatiedruk.
Oorzaak
De sensor is defect.
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oorzaak
De sensor is defect.
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oplossing
Controleer
of
het
aangesloten is op de compressor
Controleer of de fasevolgorde naar de
compressor (L1, L2, L3) volgens het
schakelschema uitgevoerd is.
geen
Controleer de druk van het circuit en of er
koelmiddel aanwezig is.
Controleer de correcte werking van de
omvormers voor de verdampings- of
condensatiedruk.
Oplossing
Controleer de intacte staat van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt
volgens de informatie over mVolt (mV)
bereik met betrekking tot de drukwaarden
in kPa.
Controleer met een weerstandsmeter of
de sensor kortgesloten is.
Controleer of de sensor op de leiding van
het koelcircuit goed geïnstalleerd is. De
omzetter moet in staat zijn om de druk via
de naald van de klep te detecteren.
Controleer dat er in de elektrische
contacten van de sensor geen vocht of
water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Oplossing
Controleer de intacte staat van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt
volgens de informatie over mVolt (mV)
bereik met betrekking tot de drukwaarden
in kPa.
Controleer met een weerstandsmeter of
de sensor kortgesloten is.
Controleer of de sensor op de leiding van
het koelcircuit goed geïnstalleerd is. De
omzetter moet in staat zijn om de druk via
de naald van de klep te detecteren.
Controleer dat er in de elektrische
contacten van de sensor geen vocht of
water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
D-EOMHW00107-15NL_01 - 65/68
startsignaal
goed