6.6.2
Fout afvoertemperatuur sensor (alleen A/C)
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
+CxOff DischTempSen
String in het logboek alarmen:
CxOff DischTempSen
Tekenreeks in het alarm-snapshot
CxOff DischTemp Sen
6.7
Versnelde stopzetting-alarmen circuit [Circuit Rapid Stop Alarms]
Het circuit wordt onmiddellijk gestopt om schade aan de componenten te voorkomen. Het circuit kan niet opnieuw in
werking gezet worden totdat de onderliggende oorzaak van het alarm opgelost is.
6.7.1
EXV besturingseenheid nr. 1/nr. 2 communicatiefout alarm [EXV drive circuit #1/#2
communication fail alarm] (alleen A/C)
Dit alarm wordt gegenereerd in het geval van communicatieproblemen met de EXV besturing van circuit nr. 1 of circuit nr.
2 die aangeduid zijn met respectievelijk etiketten EEXV-1 en EEXV-2.
Symptoom
De status van de eenheid is Auto.
Het circuit wordt onmiddellijk gestopt.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
Led op knop 2 van Extere HMI knippert.
String in de alarmlijst:
+C*Off EXVCtrlrComFail
String in het logboek alarmen:
C*Off EXVCtrlrComFail
Tekenreeks in het alarm-snapshot
C*Off EXVCtrlrComFail
* verwijst naar besturing nr. 1 of besturing nr. 2
D-EOMHW00107-15NL_01 - 62/68
Oorzaak
Sensor is kortgesloten.
De sensor is defect.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oorzaak
De module wordt niet gevoed
Het adres van de module is niet goed
ingesteld
De module is defect
Oplossing
Controleer de intacte staat van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
Controleer met een weerstandsmeter of
de sensor kortgesloten is.
Controleer of de sensor op de leiding van
het koelcircuit goed geïnstalleerd is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten van de sensor geen vocht of
water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Oplossing
Controleer de stroomvoorziening van de
connector aan de zijkant van de module.
Controleer of de leds allebei groen zijn.
Controleer of de stekker stevig op de
zijkant van de module is aangebracht.
Controleer of het adres van de module
correct is, onder verwijzing naar het
schakelschema.
Controleer of de leds aan zijn en allebei
groen zijn. Als de led BSP rood brandt,
moet de module vervangen worden.
Controleer of de stroomvoorziening in
orde is, maar beide leds uit zijn. In dit
geval moet de module vervangen worden.