Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Druk (Alleen W/C); Cond In / Cond Out (Alleen W/C); Ventilatorregeling (Alleen A/C); Besturing Exv - Daikin EWLQ-KC Bedieningshandleiding

Lucht- en watergekoelde koelapparaten en warmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor EWLQ-KC:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.6.1

Druk (alleen W/C)

De drukregeling is beschikbaar voor het volgende type eenheid:
Chiller
-
Condenser-less
-
In deze regelmodus regelt de controller de condensatie verzadigingstemperatuur (hoeveelheid rechtstreeks gekoppeld
aan de condensatiedruk). In het menu Circ x Cond Control [Circuit x condensatieregeling] 4.3.1.2 kunnen de instelwaarde
voor de condensatie verzadigingstemperatuur en de maximale en minimale output van het regelsignaal ingesteld worden.
Wanneer deze modus voor condensatieregeling actief is, verschaft de controller twee signalen van 0-10V (een per circuit)
die gebruikt kunnen worden voor het regelen van één/twee externe condensoren (in geval van een eenheid zonder
condensoren) of één/twee waterkleppen (in geval van een koelapparaat).
De controller verschaft ook twee digitale contacten (een per circuit) die gebruikt kunnen worden om de externe condensors
of de condensorpompen in te schakelen.
5.6.2

Cond In / Cond Out (alleen W/C)

Deze twee regelmodi zijn beschikbaar voor de volgende typen eenheden:
Chiller
-
Heat pump met gasomkering
-
In deze modi regelt de controller de intredende (Cond in) of uittredende (Cond Out) watertemperatuur. Via het menu
Condensatieregeling unit [Unit Cond Ctrl] 4.2.3 kunnen de instelwaarden voor water in de koel- en verwarmingsmodi
ingesteld worden. Als een van deze condensatieregelingen gekozen wordt, controleert de logica of de instelwaarde
compatibel is met het werkgebied (behuizing) van de compressoren dat afhangt van de werkelijke uittredende
verdampingswatertemperatuur. Indien nodig wordt de condensatie-instelwaarde die door HMI ingesteld is overschreven
en weergegeven in het menu-item Cnd Act SP.
Wanneer deze regeling ingesteld is, wordt een uniek 0-10V signaal verschaft voor de regeling van een driewegsklep of
een koeltoren. Dit betekent dat voor de Eenheid met twee circuits (Dubbel) de gemeenschappelijke intrede-/uittrede
condensorwatertemperatuur geregeld wordt.
5.6.3

Ventilatorregeling (alleen A/C)

De ventilatorregeling wordt gebruikt om de condensordruk op een niveau te houden dat de bij elke
omgevingstemperatuur zowel in de koel- als de verwarmingsmodus de beste werking garandeert.
In de koelmodus wordt de ventilatorsnelheid geregeld door een PID-regelaar om de condensordruk op een stabiele waarde
te houden. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kunnen ventilatoren op volle snelheid mogelijk niet de condensordruk
op de instelwaarde behouden. De maximale snelheid van de ventilator kan lager dan 100% zijn, dit is afhankelijk van de
ruisklasse van de eenheid. In geval een hoge druk-gebeurtenis de maximale ventilatorsnelheid activeert kan deze
gedwongen worden tot volledige snelheid, ook voor geluidsarme eenheden, om hoge druk-inschakelingen te voorkomen.
In de verwarmingsmodus wordt de ventilatorsnelheid geregeld door een PID-regelaar om de verdamperdruk op een
stabiele waarde te houden. Wanneer de omgevingstemperatuur lager ligt dan 15,0°C worden de ventilatoren geforeerd
om op volle snelheid te draaien, onafhankelijk van de verdamperdruk, om de werking van het circuit stabiel te houden en
ontdooien zoveel mogelijk te voorkomen. In de verwarmingsmodus kunnen ventilatoren indien nodig volle snelheid
bereiken, ook voor geluidsarme eenheden wordt in dit geval geen limiet toegepast.
5.7

Besturing EXV

Het apparaat is standaard uitgerust met een elektronisch expansieventiel (EXV) per circuit, dat bewogen wordt door een
stappenmotor. De EXV regelt de zuiggasoververhitting om de efficiëntie van de verdamper te optimaliseren en tegelijkertijd
te voorkomen dat vloeistof in de compressor gezogen wordt.
De controller omvat een PID-algoritme dat de dynamische reactie van de klep regelt teneinde een bevredigende, snelle
en stabiele respons op variaties in systeemparameters te bereiken. PID-parameters zijn in de controller opgenomen en
kunnen niet veranderd worden. De EXV heeft de volgende bedrijfsmodi:
Pre-open
Start
Pressure
Superheat
De hieronder cursief vermelde parameters kunnen ingesteld worden vanuit het menu 4.3.1.3.
Als het circuit moet starten, gaat de EXV in Pre-open met een vaste opening Pre Open % gedurende een bepaalde tijd
Pre Open Time.
Hierna kan de EXV wijzigen naar Startfase, waarin de EXV altijd werkt met een vaste opening Start % en gedurende een
bepaalde tijd Start Tijd. De compressor start synchroon met deze overgang.
D-EOMHW00107-15NL_01 - 51/68

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ewwq-kcEwwq-gEwlq-lEwwq-lEwlq-g

Inhoudsopgave