Inbedrijfstellingsprotocol voor de ketel
18
Inbedrijfstellingsprotocol voor de ketel
Klant/gebruiker van de installatie:
Naam, voornaam
Telefoon/fax
Fabrikant installatie:
Opdrachtnummer:
Keteltype:
Serienummer:
Datum van de inbedrijfstelling:
Enkele ketel | Cascade, aantal ketels: ......
Kelder | Zolder | Overige:
Opstellingsruimte:
Ventilatieopeningen: Aantal: ......, grootte: circa
Gasinstelling en rookgasmeting:
Ingestelde gassoort: aardgas | vloeibaar gas
Dynamische gasdruk:
Ingestelde maximale nominale warmtevermogen:
Gasdebiet bij maximale
nominale warmtevermogen:
Calorische waarde H
:
iB
Rookgasverliesmeting bij maximaal ingesteld
nominaal warmtevermogen:
CO bij maximaal nominaal warmtevermogen:
Rookgastemperatuur bij maximale
nominale warmtevermogen:
Gemeten maximale aanvoertemperatuur:
Installatiehydraulica:
hydraulische evenwichtscollector, type:
CV-pomp:
Boiler/type/aantal/radiatorvermogen:
Installatiehydraulica gecontroleerd, opmerking:
Tabel 28
46
Straat, nr.
Postcode, plaats
(voor iedere ketel een eigen protocol invullen!)
mbar
Statische gasdruk:
kW
Ingestelde minimale nominale warmtevermogen:
l/min
Gasdebiet bij minimale
nominale warmtevermogen:
3
kWh/m
%
Rookgasverliesmeting bij minimaal
ingesteld nominaal warmtevermogen:
mg/kWh
CO bij minimaal nominaal warmtevermogen:
°C
Rookgastemperatuur bij minimale
nominale warmtevermogen:
°C
Gemeten minimale aanvoertemperatuur:
Extra expansievat
Grootte/voordruk:
Automatische ontluchter aanwezig?
ja | nee
2
cm
mbar
kW
l/min
%
mg/kWh
°C
°C
CERASTAR - 6 720 882 793 (2022/11)