Instellingen van de Heatronic
Mogelijke instellingen zijn:
• 1: 3 minuten aan, 57 minuten uit.
• 2: 3 minuten aan, 27 minuten uit.
• 3: 3 minuten aan, 17 minuten uit.
• 4: 3 minuten aan, 12 minuten uit.
• 5: 3 minuten aan, 9 minuten uit.
• 6: 3 minuten aan, 7 minuten uit.
• 7: circulatiepomp draait continu
Basisinstelling is 02.
Wanneer een thermostaat met circulatiepompprogram-
ma is aangesloten, dan wordt de circulatiepomp door de
thermostaat aangestuurd.
Servicefunctie C.F: temperatuurinterval voor het uit- en weer in-
schakelen van de platenwarmtewisselaar
Het temperatuurinterval bepaalt, met hoeveel de temperatuur van de
platenwarmtewisselaar onder de ingestelde warmwatertemperatuur
mag afnemen, tot de platenwarmtewisselaar wordt naverwarmd.
Deze kan van 0 tot 50 (0 K tot 25 K) in stappen van 0,5 K worden inge-
steld.
Basisinstelling is 50 (25 K).
Servicefunctie d.b: minimale rookgastemperatuur
Met deze servicefunctie kunt u de minimale rookgastemperatuur instel-
len.
Deze kan van 9 tot 17 (90 °C tot 170 °C) in stappan van 10- °C worden
ingesteld.
Basisinstelling is 9 (90 °C).
30
CERASTAR - 6 720 882 793 (2022/11)