In bedrijf nemen
7.1
Voor de inbedrijfstelling
OPMERKING: Inbedrijfstelling zonder water zal schade
aan de ketel veroorzaken!
▶ Ketel alleen met water gevuld gebruiken.
▶ Voordruk van het expansievat instellen op de statische hoogte van de
cv-installatie ( pagina 13).
▶ Automatische ontluchter ( afb. 19, [9]) openen.
▶ Radiatorkranen openen.
▶ Koudwaterkraan en warmwaterkraan ( afb. 19, [16 en 14]) ope-
nen en een warmwaterkraan zolang openen tot water uitstroomt.
▶ CV-aanvoerkraan en cv-retourkraan ( afb. 19, [13 en 17]) openen
en cv-installatie tot 1 -2 bar vullen en de vulkraan sluiten.
▶ Radiator ontluchten.
▶ CV-installatie opnieuw tot 1 tot 2 bar vullen.
▶ Controleer of de gassoort dat staat vermeld op de typeplaat overeen-
komt met de geleverde gassoort.
▶ Gaskraan ( afb. 19, [15]) openen.
7.2
Ketel in-/uitschakelen
Inschakelen
▶ Schakel de hoofdschakelaar in.
De bedrijfslamp brandt blauw en het display toont de aanvoertempe-
ratuur van het cv-water.
Afb. 20
Uitschakelen
▶ Ketel via hoofdschakelaar uitschakelen.
De bedrijfslamp gaat uit.
▶ Wanneer de ketel langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld: vorstbe-
veiliging respecteren ( hoofdstuk 7.9).
20
7.3
Verwarming inschakelen
De maximale aanvoertemperatuur kan op de aanvoertemperatuurrege-
laar op de cv-installatie worden ingesteld. De actuele aanvoertempera-
tuur wordt in het display getoond.
Instelling aanvoertem-
Aanvoertempera-
peratuurregelaar
tuur
1
circa 35 °C
2
circa 44 °C
3
circa 52 °C
4
circa 60 °C
5
circa 68 °C
6
circa 75 °C
max
circa 88 °C
Tabel 12
Respecteer bij vloerverwarmingen de maximaal toege-
stane aanvoertemperatuur.
▶ Verdraai de aanvoertemperatuurregelaar
voertemperatuur in te stellen.
3
2
1
Afb. 21
Wanneer de brander in bedrijf is, brandt de controlelamp.
7.4
CV-regelaar (toebehoren) instellen
Respecteer de bedieningshandleiding van de gebruikte
verwarmingsregeling. Daarin vindt u,
▶ hoe u de bedrijfsmodus en de stooklijn bij weersaf-
hankelijke regelaars kunt instellen,
▶ hoe u de kamertemperatuur kan instellen,
▶ hoe u economisch verwarmt en energie bespaart.
9
6
3
Afb. 22
7.5
Na de inbedrijfname
▶ Sluit de automatische ontluchter ( pagina 19).
▶ Dynamische gasdruk controleren ( pagina 32).
▶ Vul het inbedrijfstellingsprotocol in ( pagina 46).
▶ Sticker "Instellingen van de Heatronic" zichtbaar op de mantel plak-
ken ( pagina 23).
Toepassingsvoorbeeld
Vloerverwarming
Radiatorenverwarming
Convectorverwarming
, om de maximale aan-
reset
eco
4
3
4
e
5
2
6
1
6
max
min
max
6 720 612 660-06.1O
12
15
h
18
21
24
h
6 720 612 660-07.2O
CERASTAR - 6 720 882 793 (2022/11)