Inhoudsopgave
Advertenties
10
Controle van de CO
Een instelling op de nominale warmtebelasting en mini-
male warmtebelasting conform NBN B 61-002 is niet no-
dig.
10.1
Voorbereiding
▶ Mantel afnemen ( pagina 15).
▶ Schroef verwijderen en schakelkast naar voren klappen.
Afb. 33
Het nominale warmtevermogen kan met de inspuitdruk of volumetrisch
worden bepaald.
▶ Altijd eerst bij maximaal cv-vermogen en dan bij minimaal cv-vermo-
gen meten.
▶ Warmteafgifte waarborgen door geopende radiatorkranen of ge-
opende warmwaterkranen.
7
Afb. 34 Gasblok
[3]
Meetpunten voor inspuitdruk
[7]
Meetpunten voor dynamische gasdruk
CERASTAR - 6 720 882 793 (2022/11)
- en O
-waarden
2
2
3
6 720 612 241-05.2O
10.2
Inspuitdrukinstelmethode
Inspuitdruk bij maximaal cv-vermogen
▶ Druk de schoorsteenvegertoets
Het display toont de aanvoertemperatuur afwisselend met
maximaal ingesteld verwarmingsvermogen.
▶ Druk de schoorsteenvegertoets
Het display toont de aanvoertemperatuur afwisselend met
maximaal nominaal warmtevermogen.
3
4
2
5
1
6
max
Afb. 35
▶ Afdichtschroef op de meetsok voor inspuitdruk ( afb. 34, [1]) los-
maken en u-buismanometer aansluiten.
▶ Inspuitdruk meten en vergelijken met de "maximaal" aangegeven in-
spuitdruk (mbar) uit de tabel op pagina 45.
Inspuitdruk bij minimaal verwarmingsvermogen
▶ Druk de schoorsteenvegertoets
Het display toont de aanvoertemperatuur afwisselend met
nimaal nominaal warmtevermogen.
3
4
2
5
1
6
max
Afb. 36
▶ Inspuitdruk meten en vergelijken met de "minimaal" aangegeven in-
spuitdruk (mbar) uit de tabel op pagina 45.
Controle van de CO2- en O2-waarden
zolang in, tot deze brandt.
kort in.
reset
eco
3
4
e
2
6
1
min
max
6 720 640 384-13.1O
kort in.
reset
eco
3
4
e
2
6
1
min
max
6 720 640 384-14.1O
=
=
= mi-
31
Advertenties
Inhoudsopgave
