Een gebruikersprogramma bestaat altijd uit minstens één sequentie. Om een sequentie aan een
gebruikersprogramma toe te voegen, klikt u op "Invoegen". Er wordt dan een menu geopend waarin u de
sequentieparameters kunt instellen. Om een parameter te wijzigen, kunt u de waarde ervan verhogen/verlagen
door middel van de pijltjestoetsen boven en onder het betreffende display.
In het eerste display (1) stelt u de duur van de sequentie in minuten in. U kunt kiezen tussen 1 en 60 minuten.
In het volgende display (2) kunt u de draaggolffrequentie instellen tussen 2 en 6 kHz.
Door het selectieveld "LF" (3) aan te raken, bepaalt u of de draaggolffrequentie tot een lage frequentie moet
worden gemoduleerd. Als de groene haak is ingesteld, kunt u de waarde van de lage frequentie (4) instellen
tussen 2 en 100 Hz en de modulatiediepte (5) tussen 100 % en 5 %.
Let op: De modulatiediepte geeft aan in welke mate de intensiteit in de pauzes - tussen de individuele
gemoduleerde impulsen wordt verminderd.
Twee voorbeelden: met een modulatiediepte van 100 % wordt de intensiteit met 100 % verminderd, dat wil
zeggen tot 0 %.
Met een modulatiediepte van 40 % wordt de intensiteit met 40 % verminderd, dat wil zeggen tot 60 %.
De laatste weergave (6) is de waarde van de intensiteitsaanpassing bij verandering van volgorde. Als tijdens
een programma de volgorde verandert, wordt de intensiteit van het opgegeven percentage verlaagd om een
comfortabelere sequentieovergang van de kant van de atleet te garanderen.
Via het selectieveld "drempelmodulatie" (7) kunt u bepalen of drempelmodulatie-optie met stijgende,
werkende, dalende en pauze fase noodzakelijk is.
Als de "drempel modulatie" actief is, stel dan via het eerste display (8) de modulatiediepte voor de
drempelmodulatie in. Dit bepaalt met welk percentage tussen 5 % en 100 % de intensiteit tijdens de pauze
wordt verlaagd. Bij een drempelmodulatie van 100 % zijn er geen stroomgolven tijdens de pauzetijd. Bij een
drempelmodulatie van 20 % wordt de intensiteit bijvoorbeeld met 20 % verminderd, waardoor 80 % wordt
bereikt.
In het volgende display kunt u de duur van de verhogingsfase (9) instellen tussen 0,1 en 2,5 seconden in
stappen van 0,1 seconde. Tijdens de stijgingsfase neemt de intensiteit voortdurend toe tot tijdens de training
de ingestelde waarde is bereikt. Op deze manier wordt de musculatuur voorbereid op de volgende werkfase.
In de werkfase (10) verloopt de training met de ingestelde intensiteit. Hier wordt ook de duur in seconden
geselecteerd. Hier kunt u de instelling in het bereik tussen 0 en 5 seconden definiëren in stappen van 0,1
seconden en van 5 tot 25 seconden in stappen van 1 seconde.