5.5
Bedrijfsvloeistof bijvullen
Bedrijfsvloeistof bij-
vullen
Bij elke draaischuifpomp wordt het type bedrijfsvloeistof en de te vullen hoeveelheid ver-
meld op het typeplaatje van de pomp.
Toegestane bedrijfsvloeistoffen
● P3 (Standaard bedrijfsvloeistof)
● F4 (Bedrijfsvloeistof voor corrosieve gas uitvoeringen)
● D1 voor speciale toepassingen (zoals bijv. hogere bedrijfstemperaturen)
– Einddruk bij gassoort afhankelijke meting: < 5 · 10
Uitsluitend toegestane bedrijfsvloeistoffen gebruiken!
Bij het gebruik van bedrijfsvloeistoffen die nooit door Pfeiffer Vacuum zijn toegestaan,
geldt uitsluitend een beperkte garantie. In dit geval kunnen wij niet garanderen dat de
pomp volgens de technische specificaties werkt.
Andere toepassingsspecifieke bedrijfsvloeistoffen mogen uitsluitend na overleg wor-
den gebruikt.
De vulschroef 200 voor de bedrijfsvloeistof uitschroeven.
Bedrijfsvloeistof bijvullen.
– Eerste maal vullen met koude pomp: Maximaal 3/4 van het min./max. bereik.
De vulschroef 200 voor de bedrijfsvloeistof inschroeven.
Fig. 9:
Bedrijfsvloeistof bijvullen
Giftige dampen!
Gevaar voor vergiftiging bij het aansteken en verhitten van synthetische bedrijfsvloei-
stoffen (bijv. F4/F5) hoger dan 300 °C.
Gebruiksvoorschriften naleven.
De bedrijfsvloeistof niet in contact laten komen met tabaksartikelen, voorzorgsmaat-
regelen bij het hanteren van chemicaliën in acht nemen.
-2
LET OP
200
WAARSCHUWING
Installatie
hPa
max.
min.
17