Installatie
1-fasemotor
12
Overspanning!
Gevaar voor vernietiging van de motor.
De elektrische aansluiting moet volgens de plaatselijk geldende bepalingen worden
uitgevoerd en moet overeenstemmen met de gegevens op het motortypeplaatje.
Voor bescherming van de motor en de voedingskabels bij storing een geschikte
stroomonderbreker voorzien. Aanbevolen: Stroomonderbreker type "K" met trage re-
actiekarakteristiek.
Letselgevaar door bewegende delen!
Na een stroomuitval of na stilstand door oververhitting kan de motor automatisch op-
nieuw starten.
De motor moet tijdens het uitvoeren van werkzaamheden aan de pomp tegen inscha-
kelen zijn beveiligd.
De pomp moet indien nodig uit de installatie worden uitgebouwd voor inspectiedoel-
einden.
Vóór elke installatie of verandering van locatie van de pomp de aanwezige netspan-
ning ter plaatse vaststellen.
Overspanning!
Beschadiging van de motor door een verkeerd ingesteld spanningsbereik.
Voor het inschakelen van de pomp moet het ingestelde spanningsbereik worden ge-
controleerd.
Het spanningsbereik mag uitsluitend worden omgeschakeld als de pomp is afge-
schakeld.
R
P
T
J
3
B
2
1
S
B6
B2
B4
A5
A1
L
Fig. 5:
Aansluitschema van motor (aansluitkast)
Spanningsbereik omschakelen
De pomp spanningsloos schakelen.
LET OP
WAARSCHUWING
LET OP
CP
CD
A5
A1
A3
B6
U
B2
V
N
R
Condensator-relais
S
Spanningskeuzeschakelaar
T
Thermische beveiligingsschake-
laar
U
Netschakelaar
V
Apparaatstekker