SYSTEM MONITOR V2.0
De eenheid start de "Automatische detectie" van de motortypeprocedure.
Tijdens deze procedure vraagt de System Monitor de motorbedieningsmodule
(ECM, Engine Control Module) om te bepalen wat voor type motor u hebt, en
stelt de gegevensbewakingsschermen overeenkomstig in, (b.v. als de System
Monitor een binnenboordmotor detecteert die op het gegevensnetwerk is
aangesloten, schakelt deze alle TRIM–functies van de motor/aandrijving uit
omdat deze functies niet in een binnenboordmotorinstallatie worden gebruikt).
Het is de bedoeling om de eerste instelling te vereenvoudigen.
OPMERKING: Als u een knipperend bericht , (A) "nonE", na de
automatische detectie ziet, kan de meter geen motor vinden. Controleer of
de bedrading op de juiste wijze is aangesloten. Als u een van de andere
onderstaande knipperende berichten ontvangt: (B) "Stbd" of (C) "noSt",
dient u het hoofdstuk "Instellingsfouten" te raadplegen.
A)
B)
C)
OPMERKING:Als "2001" tijdens de automatische detectie op het scherm
verschijnt, heeft de meter gedetecteerd dat uw motor een model van vóór
2002 is.U moet het motortype handmatig selecteren. Schuif met behulp van
de knop
door de keuzes. Stnd = Hekaandrijving, Inbd =
Binnenboordmotor, JEtd = Jetaandrijving, Out2 = Buitenboordmotor 2–takt,
Out4 = Buitenboordmotor 4–takt. Druk op
om verder te gaan.
Standaard informatiedisplayschermen
Opstartscherm: Tijdens het opstarten geeft een scherm even (1 seconde)
de huidige softwareversie van de System Monitor weer, gevolgd door een
display van 4 seconden dat de bedrijfsuren van de motor weergeeft.
Hrs
2