Inhoudsopgave
Advertenties
SYSTEM TACH EN SPEED
6
7
8
9
ALARMBERICHTEN
OPMERKING:Zodra u een waarschuwingsalarm ziet, dient u de
motorhandleiding te raadplegen voor een diagnose.
6. RESERVE OIL LOW (RESERVE–OLIEPEIL TE LAAG) – ALLEEN
2–TAKT BUITENBOORDMOTOR – Dit bericht verschijnt en de
waarschuwingshoorn begint om de twee minuten een serie van vier
signalen te geven om de bestuurder erop te wijzen dat het oliepeil in het
op de motor gemonteerde oliereservoir zeer laag is. Wanneer de olie
bijna
op
is,
motorbewakingssysteem het motorvermogen te beperken. Het display
laat het percentage reserve–olie zien dat nog over is.
Het op de motor gemonteerde oliereservoir en de losse olietank moeten
worden bijgevuld (zie het hoofdstuk Brandstof en olie).
7. FAULT–OIL PUMP (STORING–OLIEPOMP) – Dit bericht verschijnt
en de waarschuwingshoorn begint continu te weerklinken om de
bestuurder erop te wijzen dat het elektrische systeem van de oliepomp
niet meer werkt. Er wordt geen smeerolie aan de motor geleverd. Stop
de motor zo spoedig mogelijk. Het motorbewakingssysteem begint het
motorvermogen te beperken. Raadpleeg uw dealer voor assistentie.
OPMERKING:De gashendel moet naar stationair worden teruggebracht
om het systeem terug te stellen.
8. FAULT–INJECTOR (STORING–INJECTOR) – Dit alarm wijst u erop
dat het elektrische systeem van een of meer brandstofinjectors niet
meer werkt. Laat de motor door uw dealer nakijken.
9. FAULT–IGNITION (STORING–ONTSTEKING) – Dit alarm wijst u erop
dat een probleem in het ontstekingssysteem is ontstaan. Laat de motor
door uw dealer nakijken.
weerklinkt
de
36
3
4
2
1
0
hoorn
continu
5
6
7
en
begint
het
Advertenties
Inhoudsopgave
