Inhoudsopgave
Advertenties
SYSTEM TACH EN SPEED
1
ALARMBERICHTEN
OPMERKING:Zodra u een waarschuwingsalarm ziet, dient u de
motorhandleiding te raadplegen voor een diagnose.
1. OVERHEAT (OVERVERHITTING) – Het alarmbericht voor oververhitting
verschijnt en de waarschuwingshoorn begint continu te weerklinken. Het
motorbewakingssysteem begint het motorvermogen te beperken.
Als de motor oververhit raakt, verlaagt u het toerental onmiddellijk tot
stationair. Schakel de motor naar neutraal Controleer of een obstakel de
waterinlaatopeningen van de motor of hekaandrijving bedekt.
OPMERKING:De gashendel moet naar stationair worden teruggebracht
om het systeem terug te stellen.
BUITENBOORDMOTOR: Als er geen of een onderbroken straal water uit de
indicatie–opening (a) van de waterpomp komt, stopt u de motor en controleert
u de koelwaterinlaatopeningen op verstopping. Als u geen verstopping vindt,
kan dit erop duiden dat er een verstopping in het koelsysteem of een probleem
met de waterpomp is. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als
de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op. Zie
de volgende opmerking.
BUITENBOORDMOTOR: Als er een ononderbroken straal water uit de
indicatie–opening van de waterpomp komt en de waarschuwingshoorn
continu weerklinkt, is er wellicht nog steeds onvoldoende koelwater of is er
een probleem met de motor. Stop de motor en laat hem door uw dealer
nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor
schade op. Zie de volgende opmerking.
OPMERKING:Als u van een aanlegplaats verwijderd bent, kunt u de motor
stoppen en hem laten afkoelen waardoor u gewoonlijk nog enige tijd met
laag toerental (stationair) kunt varen voordat de motor weer oververhit
raakt.
Het oververhittingsprobleem moet worden verholpen voordat u weer
normaal kunt varen.
3
4
5
2
6
1
0
7
33
a
Advertenties
Inhoudsopgave
