SYSTEM MONITOR V2.0
CAL 1 Kalibratie
Trimsensor instellen: Stel de trimsensor als volgt in:
Kalibratie 0.0 – Het woord "Trim" en de pijl Omlaag horen te knipperen.
Gebruik de trimschakelaar en trim de eenheid tot de laagste stand. Druk op
de knop
gaan naar de kalibratie–instelling 10.0.
Kalibratie 10.0 – Het woord "Trim" en de pijlen Omlaag en Omhoog horen
te knipperen. Trim de eenheid naar de hoogste trimstand (niet de
trailerstand). Druk op de knop
om verder te gaan naar de kalibratie–instelling 25.0.
Kalibratie 25.0 – Het woord "Trim" en de pijl Omhoog horen te knipperen.
Gebruik de trimschakelaar en trim de eenheid naar de maximale
trailerstand. Druk op de knop
om naar de volgende functie te gaan.
om dit op te slaan. Druk op de knop
Trim
Trim
Trim
om dit op te slaan. Druk op de knop
om dit op te slaan. Druk op de knop
14
om verder te