SYSTEM TACH EN SPEED
Toerenteller
3
2
1
0
TROLL
–
Werkelijke
snelheid
REGELING VOOR LANGZAAM VAREN
Werking
Met de regeling voor langzaam varen kunt u een sleeptoerental van 550 tot
1000 omw/min in stand houden zonder de gashendel te gebruiken.
OPMERKING:De regeling voor langzaam varen is niet op alle
motormodellen beschikbaar.
OPMERKING:Het min/max–bereik van de regeling voor langzaam varen
kan veranderen afhankelijk van het motortype.
U kunt de regeling voor langzaam varen instellen met de toerenteller of de
snelheidsmeter. De toerenteller stelt het toerental in omw/min in en de
snelheidsmeter stelt de snelheid in MPH, km/u of KN/4 in.
U kunt de regeling voor langzaam varen op elk gewenst moment uitzetten door
MODE
de knop
in te drukken terwijl het displayscherm met de regeling voor
langzaam varen wordt weergegeven of door de gashendel te bewegen.
Als u de regeling voor langzaam varen op een gewenst toerental of een
gewenste snelheid hebt ingesteld en dan de regeling voor langzaam varen
uitzet, onthoudt het systeem de ingestelde snelheid of het ingestelde
toerental en keert naar die snelheid of dat toerental terug wanneer u de
regeling voor langzaam varen weer inschakelt.
Het displayscherm keert terug naar het vorige scherm als er 10 seconden
lang geen activiteit is geweest. Druk op de knop
displayscherm weer te activeren.
Wanneer de regeling voor langzaam varen ingeschakeld is en u in een
ander scherm bent, verschijnt een knipperend signaal "TR" (a) in de linker
bovenhoek van het display om aan te geven dat de regeling voor langzaam
varen nog steeds aan staat.
4
5
6
7
TROLL
+
Ingestelde snelheid
TR
a
(wordt vervolgd op de volgende pagina)
29
Snelheidsmeter
0
TROLL
–
Werkelijke snelheid
TROLL
of
+
80
TROLL
+
Ingestelde
snelheid
TROLL
om het
–