•
In de gekozen verwarmingszone het juiste temperatuursniveau (1 – 3) instellen
met behulp van de temperatuurregelaar. Voor het bakken en grillen instellen op
temperatuursniveau 3, de niveaus 1 en 2 zijn voorbehouden voor opwarmen
of vasthouden van de warmte.
VOORZICHTIG!
Tijdens het werk moet het apparaat onder controle staan omdat
eventuele defecten oververhitting en beschadiging van het apparaat
kunnen betekenen!
HEET OPPERVLAK! Gevaar op brandwonden!
Tijdens het werk zullen het oppervlak, het rooster en de
schalen zeer heet worden.
De gerechten die zich op het rooster bevinden, samen
met het rooster eruit nemen, gebruik makend van de
handgrepen, en het rooster op een hittebestendig
oppervlak neerzetten.
Om verbranding te vermijden veiligheidshandschoenen
gebruiken, of voor het pakken van borden of andere
schalen met gerechten ovenhandschoenen, theedoeken
of servetten gebruiken.
•
Voorzichtig de bereide gerechten eruit nemen.
•
Als het apparaat niet wordt gebruikt de temperatuurregelaar op „0" zetten en het
apparaat van het lichtnet halen.
•
Het apparaat laten afkoelen.
•
Het blad voor kruimels eruit nemen en legen. Het blad voor kruimels regelmatig
reinigen met behulp van een zacht vochtig doekje en warm water. Voordat het blad
opnieuw wordt geplaatst deze zorgvuldig drogen.
- 124 -