13.4 Offsetwaarde voor parallelgeleider
Als na de automatische kalibratie van de parallelgeleider (zie sectie
(Act:) afwijkt van de ingevoerde doelpositie (Set:), heb je de mogelijkheid om een correctie-
waarde (offset) op te slaan in de besturing.
Figuur 46: Offsetwaarde voor correctie
13.5 Knelbeveiliging op de parallelgeleider
De parallelgeleider, verstelbaar met een elektromotor, is voorzien van een knelbeveiliging met veiligheidsuit-
schakeling. Dit voorkomt dat mensen en voorwerpen worden geplet of klem komen te zitten tussen de aanslag
en de loopwagen.
Figuur 47: Knelbeveiliging met veiligheidsuitschakeling
Let op: Een korte blokkering van harde voorwerpen in het knelgebied kan schade veroorzaken aan de knelbevei-
liging, zelfs ondanks de veiligheidsuitschakeling.
Om de veiligheidsfunctie permanent te garanderen, moet de knelbeveiliging onmiddellijk wor-
den vervangen als deze beschadigd is.
BA_PH_680-200_NL_41-23.docx
1. Druk op het symbool
offsetwaarde in te voeren ( Figuur 43).
2. Voer de gemeten afwijking in.
3. Bevestig met
.
4. Start de kalibratie opnieuw.
5. Verlaat het venster met
Als een persoon of een voorwerp zich tijdens het po-
sitioneren in de richting van de loopwagen/het zaag-
blad tussen de parallelgeleider en de loopwagen be-
vindt, wordt het veiligheidscircuit geactiveerd door
mechanisch contact met de rubberen stang en wordt
het automatisch positioneren abrupt gestopt.
➔ Na de stop beweegt de parallelgeleider auto-
matisch een stukje terug, zodat de blokkering
kan worden verwijderd.
➔ De parallelgeleider kan dan verplaatst worden
in de richting van de loopwagen/het zaagblad.
13.3) de actuele positie
om de
.
53