11.2 Inschakelen
•
Zet de hoofdschakelaar (rechts op de schakelkast) in stand "I".
•
Start de zaageenheid met drukknop (2) en wacht tot de volledige snelheid is bereikt.
•
Start de zaagbewerking.
11.3 Uitschakelen
•
Druk op de drukknop (3) om uit te schakelen → De machine remt (remtijd < 10 s).
•
Zet de hoofdschakelaar in de stand "0".
11.4 Veiligheidsvoorzieningen
De machine is uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen:
11.4.1 Zaagkap met spaanbescherming en afzuigfunctie
De zwenkbare beschermkap heeft een neerlaatbare zaagkap met verwisselbaar inzetstuk (voor breed en smal)
en een afzuigaansluiting. De gecombineerde beschermkap en afzuigkap zorgen dus voor een effectieve afzuiging
van spaanders en zaagsel en een effectieve bescherming van het zaagblad.
11.4.2 Veiligheidsschakelaars
De spaanklep is uitgerust met een veiligheidsschakelaar. Dit heeft tot gevolg dat de stroomtoevoer naar de
hoofdmotor wordt uitgeschakeld als de spaanklep wordt geopend.
Hetzelfde geldt voor de loopwagen. Deze heeft een veiligheidsschakelaar die de stroomtoevoer naar de hoofd-
motor uitschakelt zodra de loopwagen zich boven het midden van de machine bevindt.
Bovendien is de onderhoudsklep aan de achterkant van de machine voorzien van een veiligheidsschakelaar.
11.4.3 Noodstopknoppen
De formaatzaag is uitgerust met twee noodstopknoppen (één noodstop bevindt zich op het bedieningspaneel en
één rechts van de werkstukinvoer op de schakelkast).
De noodstopknoppen moeten altijd vrij toegankelijk zijn en mogen niet worden geblokkeerd door hout of andere
voorwerpen.
De werking van de twee noodstopknoppen moet dagelijks worden gecontroleerd voordat
met het werk wordt begonnen.
Opnieuw starten na noodstop:
1. Controleer of er geen gevaar meer is (bepaal eerst de reden voor het in werking stellen van de noodstop)
en zorg ervoor dat er zich geen personen in een gevarenzone bevinden.
2. Ontgrendel de noodstopknop.
3. Herstart machine.
11.4.4 Knelbeveiliging met veiligheidsuitschakeling
De parallelgeleider, verstelbaar met een elektromotor, is voorzien van een knelbeveiliging met veiligheidsuit-
schakeling. Dit voorkomt dat mensen en voorwerpen worden geplet of klem komen te zitten tussen de parallel-
geleider en de loopwagen door het abrupt uitschakelen van de positionering.
Om de veiligheidsfunctie permanent te garanderen, moet de knelbeveiliging onmiddellijk wor-
den vervangen als deze beschadigd is.
BA_PH_680-200_NL_41-23.docx
48