Inhoudsopgave
Advertenties
5.5
Maatregelen die terugslagvoorkomen
Ongecontroleerde terugslag van werkstukken en onderdelen moet met alle beschikbare middelen worden voor-
komen, omdat dit een zeer hoog gevarenpotentieel creëert. Het terugslaggebied begint vanuit het midden van
het zaagblad naar achteren, waar de zaagtanden in opwaartse richting draaien. Als deze in contact komen met
het werkstuk of rondslingerende losse planken, latten of blokken, kunnen ze onmiddellijk een projectiel worden
dat de ernstigste verwondingen kan veroorzaken. In deze sectie vindt u waardevolle tips over hoe u terugslag
effectief kunt vermijden.
Veel ernstige verwondingen op een formaatzaag worden veroorzaakt doordat werkstukken
terugslaan. Neem de volgende punten in acht om dit te voorkomen.
5.5.1 Gebruik aanslag, geleiders en zaagkap
Verhoogd gevaar bestaat (zoals hierboven vermeld) door rondslingerende onderdelen die door de oplopende
tanden worden gegrepen. Even gevaarlijk is zagen uit de vrije hand zonder geleider of aanslag, omdat zelfs een
getrainde timmermanshand niet kan voorkomen dat de zaagsnede iets uitloopt. Hierdoor kan het werkstuk zo-
danig op de zaagtafel draaien dat het in het gebied van de opgaande tanden terechtkomt en kan worden gegre-
pen.
➔ Gebruik daarom meestal een aanslag om het werkstuk te geleiden en laat de zaagkap zakken tot werkstuk-
hoogte.
5.5.2 Nooit zonder spouwmes werken
De spouwmes is een elementaire veiligheidsgarantie, omdat het voorkomt (vooral bij spanningsrijk materiaal) dat
de zaagsnede weer achter het zaagblad sluit en zo vast komt te zitten met de opkomende tanden.
➔ Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen (bijv. inval zaagsnede) mag het spouwmes voor de duur van de be-
treffende bewerking worden verwijderd.
5.5.3 Parallelgeleider bij het op breedte zagen van korte werkstukken
Parallelgeleider
Zaagblad
Figuur 4: Korte werkstukken op breedte zagen
BA_PH_680-200_NL_41-23.docx
45°
120 mm
Werkstuk
Bij het op breedte zagen van korte werkstukken
mag de parallelgeleider niet te ver in de richting
van het zaagblad worden gezet, omdat reeds ge-
zaagde werkstukken tussen de geleider en het
zaagblad geklemd kunnen raken. Dit is vooral ge-
vaarlijk als het werkstuk het gebied van de oplo-
pende tanden bereikt.
➔ Om de parallelgeleider uit de gevarenzone te
halen, trekt u de rail van de geleider terug
naar de kant van de bediener totdat de ach-
terkant van de geleider een hoek van onge-
veer 45° vormt ten opzichte van de voorrand
van het zaagblad.
➔ Gebruik voor zaagbreedtes < 120 mm moet
meestal een duwstok en < 30 mm een
schuifblok worden gebruikt voor de werk-
stukaanvoer.
26
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
