Druk op [
] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen.
[KORTE SLUITERT.]
De minimumsluitertijd instellen
U kunt jitter voorkomen door de
minimumsluitertijd (een getal dat de
langste tijd aangeeft) in te stellen.
•
De lange sluitertijden die u kunt
selecteren zijn: [1/250], [1/125], [1/60],
[1/30], [1/15], [1/8 (begininstelling)], [1/4],
[1/2], [1].
•
Wanneer slimme ISO wordt gebruikt,
kan de minimum sluitertijd niet worden
ingesteld.
•
[
] knippert wanneer de camera
niet de juiste belichting vindt en de foto
donker is. Stel dan een andere minimum
sluitertijd in.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen in zwakke
N
belichtingsomstandigheden wordt
gemakkelijker
Door het onderwerp te
belichten met de AF-
assistentielamp kan de
camera onder slechte
lichtcondities scherpstellen.
Als de AF ass. lamp is
ingesteld op [ON], wordt een AF-zone
met een groter format dan normaal
weergegeven en gaat de AF ass. lamp A
aan.
ON
De AF-assistentielamp gaat aan
onder slechte lichtcondities. Op dat
moment verschijnt het pictogram
AF-assistentielamp [S] op het
scherm. Het effectieve bereik van
de AF-assistentielamp is 1,5 m.
OFF
De AF-assistentielamp gaat niet aan.
Geavanceerd opnemen
•
Houd rekening met de volgende punten
als de AF-assistentielamp wordt gebruikt.
–
Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp.
–
Dek de AF-assistentielamp niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
•
Als u de AF-assistentielamp niet wilt
gebruiken (bijv. wanneer u een foto
neemt van een dieren op een donkere
plek), stel de [AF ASS. LAMP] dan in op
[OFF]. In dit geval wordt het moeilijk om
scherp te stellen op het onderwerp.
•
De AF ass. lamp is vast ingesteld op
[ON] met de camera in intelligent auto-
modus [
•
De AF ass. lamp is vast ingesteld
op [OFF] in [LANDSCHAP],
[NACHTPORTRET], [NACHTL.
SCHAP], [VERLICHTING], [NACHTL.
CREATIEF], [ZELFPORTRET],
[ZONSONDERGANG], [VUURWERK] en
[LUCHTFOTO].
•
De standaardinstelling voor [HUISDIER]
is [OFF].
A
- -
].
(P19)