Diafragma/Sluitersnelheid/Belichting
Zet de opname/weergave-schakelaar op
REC [
]. (P18)
U kunt uw favoriete foto's nemen door elk
item handmatig in te stellen.
Zie P51 voor de instelwaarden.
1
Draai de modusknop op [A/S/M].
2
Selecteer modus met e/r en
druk op [MENU/SET].
A/S/M-FUNCTIE
LENSOPENINGSPR.
SELEC
A: Diafragmaprioriteit AE
Kies een hoge diafragmawaarde om
scherp te stellen op de achtergrond. Kies
een lage diafragmawaarde om niet scherp
in te stellen op de achtergrond.
Druk op [EXPOSURE] en bepaal het
diafragma met w/q.
A
10
F3.5
•
Kies een grote waarde bij overbelichting
S: Sluiterprioriteit AE
Kies een snelle sluitertijd om een stilstaand
onderwerp te fotograferen. Kies een trage
sluitertijd om de beweging te accentueren.
Druk op [EXPOSURE] en stel de
sluitertijd in met e/r.
Geavanceerd opnemen
INST.
M
19
S
M: Handmatige belichting
Regel de belichting door diafragma en
sluitertijd te kiezen.
1 Druk op [EXPOSURE], stel het
diafragma in met w/q en stel de
sluitertijd in met e/r.
M
ISO
100
F3.5
2 Druk de ontspanner half in en
controleer de handmatig ingestelde
belichtingswaarde (verschijnt ong.
10 sec.).
3
Neem een foto.
- 0 -
(A/S/M)
10
M
19
1/30
10
M
19
1/30
Correct
Kies een hoge
diafragmawaarde of
een snelle sluitertijd.
Kies een lage
diafragmawaarde of
een trage sluitertijd.