Elke geavanceerde scène selecteren
NACHTPORTRET modus
Hiermee kunt u personen en een
achtergrond fotograferen met een bijna
natuurlijke helderheid.
NACHTPORTRET
Deze functie is geschikt voor het
fotograferen van personen op donkere
plaatsen.
NACHTLANDSCHAP
Een nachtlandschap wordt gefotografeerd
met een trage sluitertijd van maximum 8
seconden.
VERLICHTING
Verlichting wordt prachtig gefotografeerd.
NACHTL. CREATIEF
De lensopening kan worden gewijzigd met
dezelfde instelling in [NACHTL. SCHAP] .
( Zie
P50
Lensopeningsprioriteit AE)
Opnametechniek
■
•
Wij raden u aan gebruik te maken van
een statief en de zelfontspanner om te
fotograferen.
•
In [NACHTPORTRET] raden wij aan
de zoomhendel naar W (groothoek) te
draaien en het onderwerp te fotograferen
op een afstand van ong. 1,5 m. Laat het
onderwerp na het nemen van de foto nog
ongeveer een seconde stilstaan.
•
Het scherpstelbereik is:
–
[VERLICHTING]: 1,2 m tot 5 m
Andere instellingen: 5 m tot Z
–
•
Zie
P44
voor meer informatie over het
flitsopnamebereik.
•
De sluiter kan (max. ongeveer 8
seconde) dicht blijven na het nemen van
een foto door de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
•
Bij het fotograferen op donkere plaatsen
kan er ruis optreden.
Geavanceerd opnemen
(P52)
•
De flitser ([
OG. reductie] vast) kan alleen voor
[NACHTPORTRET] worden ingesteld.
•
In [NACHTL.SCHAP] wordt de sluitertijd
als volgt:
Max. 8 seconden:
–
Als de optische beeldstabilisatie is
ingesteld op [UIT]
–
Als de optische beeldstabilisatie is
ingesteld op [MODE1] of [MODE2] en
de camera weinig jitter vaststelt
Max. 1/8 seconde:
–
Alle ander gevallen dan hierboven.
•
Wanneer of [NACHTL. CREATIEF] is
geselecteerd, wordt [GEVOELIGHEID]
vast ingesteld op [ISO100].
•
Wanneer [NACHTPORTRET] is
geselecteerd, is de initiële instelling voor
[AF MODE] is [
•
U kunt witbalans niet instellen.
- -
LNGZ. SY./RODE-
] (gezichtsdetectie).