Inhoudsopgave
Advertenties
Druk op [
] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen.
uitgeschakeld.
1 Druk e herhaaldelijk tot [WB
INSTELLEN] verschijnt.
WB INSTELLEN
ROOD
CORR.
2 Stel af met w/q.
w : rood (blauw, blauwachtig)
q : blauw (magenta, roodachtig)
(geen afstelling: 0 EV)
3 Druk op [MENU/SET] om te eindigen.
Wanneer u de witbalans fijn afstelt,
wordt het witbalanssymbool rood of
blauw.
•
De fijnregeling van witbalans werkt bij
gebruik van de flitser.
•
De fijnregeling van witbalans in [
wordt weer [0] wanneer u [
INSTELLEN) reset.
•
Witbalans kan niet fijn worden geregeld
wanneer [KLEUR EFFECT] is ingesteld
op [W/B], [SEPIA], [COOL] of [WARM].
Geavanceerd opnemen
BLAUW
MENU
EXIT
{
]
|
] (WIT
- -
[MEETFUNCTIE]
R
De methode om de helderheid te
meten instellen
U kunt overschakelen naar de volgende
meetfuncties.
Meervoudig
Bij deze methode meet de camera
de meest geschikte belichting
door automatische beoordeling
R
van de verdeling van helderheid
over het hele scherm. (We raden
deze methode over het algemeen
aan.)
Gecentreerd
Bij deze methode wordt
geconcentreerd op het midden
S
van het scherm en wordt het
gehele scherm gelijkmatig
gemeten.
Punt
Bij deze methode wordt het
onderwerp gemeten op een
bepaald punt, de 'spot' A.
U
•
De meetfunctie is vast ingesteld op
meervoudig [R] in intelligent auto-
modus [
].
•
Wanneer meervoudig [R] is
geselecteerd en de AF mode (volgende
pagina) is ingesteld op Gezichtsdetectie
[
], stemt de camera de belichting af
op het gezicht van het onderwerp.
(P19)
A
Advertenties
Inhoudsopgave
