Scènemodus
Zet de keuzeschakelaar op
OPNAMEFUNCTIE [
Wanneer u een scènemodus selecteert
die past bij het onderwerp en de
opnamesituatie, stelt de camera de
optimale belichting en kleur in om de
gewenste foto te verkrijgen.
•
Zie de pagina's 56 tot 60 voor informatie
over de modi.
1
Draai de modusknop op [SCN].
•
Als u [SCÈNEMENU] in SETUP menu op
[UIT] zet, wordt de vorige scènemodus
ingesteld.
2
Druk op e/r/w/q om de
scenemodus te selecteren.
SCÈNE MODE
BABY1
SELEC
DISPLAY
3
Druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET] en q,en voer de
stappen, 2 en 3 uit om de scènemodus te
veranderen.
Geavanceerd opnemen
] (P18).
INST.
■ Scenemodus help [
•
Om uitleg over de scènemodi te
zien drukt u op [DISPLAY] als een
scènemodus is geselecteerd in stap 2.
Druk opnieuw om naar het scènemodus
scherm te gaan.
INFORMATIE
BABY1
Voor foto's van baby's.
De leefijd kan
weergegeven worden
als de geboortedatum
ingesteld wordt.
ANNUL
•
Zie
P45
voor de sluitertijd.
•
De fabrieksinstellingen van de flitser
worden hersteld wanneer u de
scènemodus verandert, ook al wordt de
camera uitgeschakeld.
•
De kleur van de foto kan er vreemd
uitzien als u een scènemodus gebruikt
die ongeschikt is voor de opname.
•
Wanneer u op [MENU/SET] drukt om het
menuscherm te laten verschijne, kunt
u naar het REC modusmenu, SETUP
menu, enz. gaan. Selecteer het symbool
[
] met w en selecteer [
modusmenu) of [
r. Druk vervolgens op q. (Instelbare
opnamemenu's hangen af van de
scènes.)
•
De volgende functies kunnen niet worden
ingesteld in de scènemodus.
–
[SLIMME ISO]
–
[GEVOELIGHEID]
–
[MEETFUNCTIE]
–
[KLEUREFFECT]
–
[FOTO INST.]
- -
INFORMATIE]
INST.
] (REC
] (SETUP menu) met