defibrillator geeft aan:
... dat de elektroden stevig
op de huid moeten
worden gedrukt
... dat u moet zorgen dat
de elektroden helemaal
losgetrokken zijn
van de doos
... dat de elektroden de
kleding van de patiënt niet
mogen raken
... dat u moet controleren
of de elektrodeconnector
helemaal is ingestoken
... dat u alle beweging
moet stoppen
... dat de schok niet is
afgegeven.
mogelijke oorzaak
• De elektroden zijn niet goed bij de
patiënt aangebracht.
• De elektroden maken geen goed
contact met de ontblote borst van
de patiënt vanwege vocht of
overtollig haar.
• De elektroden raken elkaar.
• De elektroden zijn niet uit de doos
verwijderd of raken mogelijk de
kleding van de patiënt.
• De elektrodeconnector is niet
helemaal ingestoken.
• De patiënt wordt bewogen of
aangestoten.
• De omgeving is droog en beweging
rondom de patiënt veroorzaakt
statische elektriciteit die de ECG-
analyse verstoort.
• Radio- of elektrische bronnen
storen de ECG-analyse.
• De elektroden maken mogelijk geen
goed contact met de huid van de
patiënt.
• De elektroden raken elkaar
mogelijk.
• De elektroden zijn mogelijk defect.
aanbevolen handeling
• Zorg dat de elektroden helemaal op
de huid van de patiënt zijn gekleefd.
• Als de elektroden niet blijven
kleven vanwege vocht of overtollig
haar, droogt u de borst van de
patiënt en scheert of knipt u
overtollig borsthaar af.
• Installeer de elektroden opnieuw.
• Controleer of de elektroden niet in
de doos of op de kleding van de
patiënt zitten.
• Controleer of de elektrode-
connector helemaal is ingestoken.
Als de gesproken instructie nog
steeds herhaald wordt nadat u deze
handelingen hebt verricht, vervangt u
de elektrodeset.
• Stop met reanimatie; raak de
patiënt niet aan. Beperk beweging
van de patiënt tot een minimum.
Als de patiënt wordt vervoerd,
stopt u het voertuig.
• Hulpverleners en omstanders
moeten bewegingen minimaliseren,
vooral in droge omgevingen die
statische elektriciteit kunnen
voortbrengen.
• Controleer op mogelijke oorzaken
van radio- en elektrische storing en
schakel ze uit of verwijder ze uit de
omgeving.
• Druk de elektroden stevig op de
borst van de patiënt aan.
• Zorg dat de zelfklevende
elektroden op juiste wijze bij de
patiënt zijn aangebracht.
• Installeer de elektroden zo nodig
opnieuw.
59