Gevorderd (Opname van beelden)
3
Druk op [MENU/SET] en vergroot het beeldscherm voor de instelling van de
positie van MF-assist.
•
MF-hulp wordt vergroot van 5 keer tot 10 keer wanneer de functieknop achterop rechtsom
gedraaid wordt. Deze zal terugkeren naar 5 keer door de functieknop achterop linksom te
draaien.
•
Raadpleeg voor de handelingen die verricht moeten worden terwijl MF-assist wordt
weergegeven stap
4
Druk op [MENU/SET] om MF Assist te sluiten.
•
U keert terug naar het vorige scherm.
∫ Verplaats de MF-assist moeiteloos met behulp van de knoppen
Als [DIRECT FOCUSPUNT] (P140) in het [VOORKEUZE] menu op [ON] staat, is het
mogelijk om MF-assist rechtstreeks te verplaatsen met 3/4/2/1.
•
[GEVOELIGHEID] (P91), [Fn KNOPINST.] (P138), [OPN. MODE] (P93) of [WITBALANS] (P87)
kan niet ingesteld worden met 3/4/2/1. De instelling maken met het Snelle Menu (P33).
∫ Technieken voor handmatig scherpstellen
1 Stel scherp op het onderwerp door aan de
focusring te draaien.
2 Draai er nog een beetje aan.
3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de
tegenovergestelde richting te draaien.
∫ Over de referentiemarkering van de focusafstand
De referentiemarkering van de focusafstand is
een markering die gebruikt wordt om de
focusafstand te meten.
Gebruik dit voor opnamen met manueel
scherpstellen of close-ups.
A Referentieteken focusafstand
B Referentielijn focusafstand
C 0,3 m (Wanneer
bij DMC-G2K/DMC-G2W zit gebruikt wordt)
D 1,0 m (Wanneer
die bij DMC-G2W zit gebruikt wordt)
•
Als u close-ups maakt
–
Wij raden aan een statief en de zelfontspanner (P77) te gebruiken.
–
Het effectieve focusbereik (velddiepte) is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand
tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er
opnieuw op scherp te stellen.
–
De scherpte op de buitenkanten van het beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
84
VQT2S37
"
van de
Opnamen maken met handmatig scherpstellen
2
14 –42 mm/F3.5 – 5.6
45 –200 mm/F4.0 –5.6
lens die
lens
"
procedure.