Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] -functie:
Sprekende portret- en landschapsfoto's maken
(Geavanceerde scènefunctie)
U kunt kwalitatief hoogwaardige, op de omgevingsomstandigheden afgestemde opnamen
maken van mensen, landschappen, sportevenementen en -activiteiten, bloemen en
mensen in nachtscènes.
Stel de instelknop in.
Op 2/1 drukken om de geavanceerde
scènefunctie te kiezen.
•
U kunt ook de functieknop achterop gebruiken om te
selecteren.
Druk op [MENU/SET] om de instelling te bewaren.
•
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de geselecteerde
scènefunctie.
∫ Over de informatie
•
Als u op [DISPLAY] drukt wanneer u een geavanceerde scènefunctie
kiest in stap 2, wordt er uitleg gegeven over elke geavanceerde
scènefunctie. (Als u weer op [DISPLAY] drukt, keert het scherm terug
naar het scherm dat afgebeeld wordt in stap 2.)
Aantekening
•
Om de geavanceerde scènefunctie te wijzigen, drukt u op [MENU/SET]; door op 1 te drukken
keert u terug naar stap 2 door op 3/4/2/1 te drukken selecteert u het menu voor de
geavanceerde scènefunctie [
•
De flitserinstelling voor de geavanceerde scènefunctie keert terug naar de oorspronkelijke
instelling wanneer de geavanceerde scènefunctie wordt veranderd en dan wordt gebruikt.
•
Wanneer u een beeld maakt met een geavanceerde scènefunctie die niet geschikt is voor dit
doeleinde, zou de tint van het beeld kunnen verschillen van de eigenlijke scène.
•
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de geavanceerde scènefunctie omdat het
toestel ze automatisch op de optimale instelling zet.
–
[GEVOELIGHEID]/Items afgezien van [STANDAARD] en [STANDAARD] (
Filmmodus/[MEETFUNCTIE]/[FLITS-SYNCHRO]/[I.RESOLUTIE]/[I. EXPOSURE]/
[ISO-LIMIET]/[DIG. ZOOM]
∫ Over het diafragma en de sluitersnelheid als u een creatieve instelling kiest
•
U kunt het diafragma en de sluitersnelheid veranderen als u een
creatieve instelling in de Advanced Scene functie kiest. Indien u er niet
in slaagt een correcte belichting te krijgen wanneer u aan de
functieknop op de achterkant draait, zullen het diafragma en de
sluitersnelheid of de selectiecursor rood worden.
•
U kunt ook op 2/1 drukken om in te stellen.
•
Het zal tussen de instellingshandeling van het diafragma of de
sluitersnelheid en de belichtingscompensatie schakelen als op de
functieknop op de achterkant gedrukt wordt.
100
VQT2S37
] .
) in