Aantekening
•
Het maken van bewegend beeld zou middenin kunnen stoppen wanneer één van de volgende
kaarten gebruikt worden.
–
Kaarten waarop vaak opgenomen is en waar vaak van afgewist is
–
Kaarten die geformatteerd zijn m.b.v. een PC of andere apparatuur
Voordat u beelden maakt, de kaart formatteren (P39) in het apparaat. Omdat het formatteren alle
gegevens die op de kaart staan zal wissen, belangrijke informatie vooraf op de computer opslaan.
•
Het kan zijn dat u even niet kunt opnemen nadat de stroom op [ON] gezet is, als een kaart met
grote capaciteit gebruikt wordt.
•
Bewegende beelden opgenomen in [AVCHD Lite] of [MOTION JPEG] zouden afgespeeld kunnen
worden met slechte beeld- of geluidkwaliteit of het afspelen zou niet mogelijk kunnen zijn zelfs
wanneer er afgespeeld wordt met apparatuur, dat compatibel is met deze formaten. Tevens zou
de opname-informatie niet juist afgespeeld kunnen worden. In dit geval, dit apparaat gebruiken.
Voor details over AVCHD-compatibele inrichtingen, de ondersteuningsites hieronder
raadplegen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
•
Bewegend beeld opgenomen in [AVCHD Lite] past niet bij de "DCF/Exif", daarom zal sommige
informatie niet afgebeeld worden tijdens het afspelen.
•
Geluid van bewegende beelden (Wanneer [OPNAMEFUNCTIE] ingesteld is op
[MOTION JPEG]) of beelden met geluid die door dit toestel opgenomen worden kunnen
niet teruggespeeld worden door oudere modellen van digitale toestellen van Panasonic
(LUMIX) die voor juli 2008 uitgegeven zijn.
[OPNAME] functie:
Maken van bewegende beelden met de gewenste
instellingen
U kunt de graad van perifere onscherpheid die gecreëerd wordt door de
belichtingscompensatie of de openingsinstelling instellen en bewegende beelden maken.
Stel de functieknop in op [
Instellen op Scherpstelmodus (P112)
Druk op de functieknop achterop om het instellingenscherm te veranderen.
STD
STD
STD
AFS
AFS
AFS
−3
−3
0
0
3
3
+
+
AUTO
AUTO
AUTO
A De belichtingscompensatie
B De graad van perifere onscherpheid
•
Met elke druk op de functieknop achterop, schakelt het toestel tussen
Belichtingscompensatie en de graad van instellingsoperaties van de perifere onscherpheid.
(
: Bewegende beeld p-modus)
STD
STD
STD
AFS
AFS
AFS
1
1
40
40 40
AWB
AWB
AWB
m
m
s
s
R
R
].
−3
−3
0
0
3
3
+
+
AUTO
AUTO
AUTO
1
1
40 40
40
AWB
AWB
AWB
m
m
s
s
R
R
Gevorderd (Opname van beelden)
STD
STD
STD
AFS
AFS
AFS
−3
−3
0
0
3
3
+
+
AUTO
AUTO
AUTO
AWB
AWB
AWB
VQT2S37
1
1
40
40 40
m
m
s
s
R
R
117