Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Basiskennis
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig
licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval zal het
onderwerp donker worden, dus deze functie compenseert het achterlicht door het geheel van
het beeld automatisch op te lichten. Achterlichtcompensatie wordt automatisch toegepast in
Intelligente automatische modus.
Het is mogelijk om per onderwerp de focus en belichting in te stellen. De focus en
belichting zullen het onderwerp automatisch blijven volgen, ook als het beweegt.
∫ Als het aanraakpaneel gebruikt wordt
1
Raak het onderwerp aan.
[
] wordt linksonder in het scherm weergegeven.
Het frame van AF-tracking zal geel weergegeven
worden en bepalen welke scène het meest geschikt is
voor het vergrendelde onderwerp.
AF-Tracking wordt gewist als [ANNUL] aangeraakt
wordt.
2
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop
helemaal in om de opname te maken.
∫ Als de knoppen gebruikt worden
1
Druk op de [Q.MENU] knop en houd de knop
ingedrukt tot het frame van AF Tracking
weergegeven wordt.
[
] wordt linksonder in het scherm weergegeven.
Het AF Tracking-kader wordt in het midden van het
scherm weergegeven.
AF Tracking wordt gewist als op [MENU/SET] gedrukt wordt.
Als de [FOCUS INSTELLEN] op [Fn KNOPINST.] (P138) staat, kan het frame van AF
Tracking ook weergegeven worden door op 4 te drukken.
2
Plaats het onderwerp in de Opsporingsframe en druk de
ontspanknop tot de helft in om het onderwerp te vergrendelen.
De AF-zone wordt groen zodra de camera het onderwerp waarneemt.
Het AF Tracking-kader wordt geel zodra u de ontspanknop loslaat en
vervolgens wordt de optimale scène voor het vergrendelde onderwerp bepaald.
Druk op [MENU/SET] om te wissen.
48
VQT2S37

AF Tracking-functie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave