Inhoudsopgave
Advertenties
Daardoor wordt onmiddellijk weer een voldoende hoge temperatuur in de ver-
brandingskamer bereikt, om een volledige en milieuvriendelijke verbranding
mogelijk te maken. Afhankelijk van de soort en de hoeveelheid hout, de restgloed
en schoorsteentrek duurt deze hernieuwde opstookfase circa 5 minuten, tot de
verbrandingslucht, zoals onder punt 7 beschreven, teruggeregeld kan worden.
Als het niet de bedoeling is dat er bijgevuld wordt,
kan de regelhendel gesloten worden, zodra er nog
weinig restgloed aanwezig is.
Verbranding afgelopen!
5. TECHNISCHE INFORMATIE
5.1 VERWARMEN IN DE OVERGANGSPERIODE TUSSEN DE
SEIZOENEN
Basisvoorwaarde voor de goede werking van een inbouwhaardinstallatie is een
adequate schoorsteentrek (transportdruk). Deze is afhankelijk van de buitentem-
peratuur en daarmee van het jaargetijde. In de overgangsperiodes van winter naar
lente en zomer naar herfst kan de schoorsteentrek bij een hogere buitentempera-
tuur gering zijn; dit merkt u aan een matig aanslaan van de verbranding of sterke
rookontwikkeling.
Wat kunt u doen?
• Aslade en asrooster voor het aansteken legen. Asrooster met het ingedrukte
Spartherm-logo naar beneden gericht plaatsen.
• Wanneer er sprake is van een verminderde schoorsteentrek, dient er een gro-
ter ‚lokvuur' gemaakt te worden met makkelijk ontvlambare stukjes hout, om
sneller de vereiste temperatuur te verkrijgen en daarmee een stabiele trek in
de schoorsteen op te bouwen.
• Laat de regelhendel van de luchttoevoer desgewenst ook nadat het hout
begint te branden aan de rechterkant (maximale luchthoeveelheid) staan. Het
is belangrijk om het vuur zoveel verbrandingslucht te geven, dat de schoor-
steentrek zich stabiliseert, maar niet meer dan noodzakelijk, om niet te veel
hout te snel te verbranden.
• In de eindfase van de verbranding de regelhendel niet helemaal naar links
draaien. Anders bestaat het gevaar dat de schoorsteentrek sterk afneemt en
er een smeulend vuur in de inbouwhaard kan ontstaan.
• Om obstakels in het gloedbed te voorkomen, dient de as vaker voorzichtig
opgepookt te worden, opdat het asrooster niet afgesloten raakt en de lucht-
toevoer niet gehinderd wordt.
5.2 VERBRANDINGSLUCHT - CIRCULATIELUCHT - VERSE
LUCHT
• De voorzorgsmaatregelen voor de verbrandingsluchtvoorziening mogen niet
gewijzigd worden en moeten geopend zijn.
• Om een opeenhoping van hitte in het apparaat te voorkomen, moeten de
beschikbare afzuigroosters of openingen vrij en bij het stoken geopend zijn.
• In het stralingsgebied van de open haard mogen binnen een afstand van 80
cm, gemeten vanaf de voorkant van de opening van de verbrandingsruimte,
geen voorwerpen van brandbare materialen opgesteld worden.
• Voorwerpen van brandbare materialen mogen niet op de vrije oppervlakken
van de stookplaats geplaatst worden.
• Gebruik geen onderdruk producerende apparaten op dezelfde etage of in een
ruimte die in directe verbinding met dezelfde binnenlucht staat (bijv. afzuig-
kap in de keuken). Anders bestaat het gevaar dat er rook in de woonkamer
terechtkomt.
• Buiten het stralingsbereik mogen op de schoorsteenmantel binnen een afstand
van 5 cm geen brandbare voorwerpen of materialen geplaatst of gemonteerd
worden, wanneer de oppervlaktetemperatuur > 85 °C is of wanneer deze
temperatuur bereikt kan worden.
• Houd er rekening mee, dat een in werking zijnde haardinstallatie zeer heet
kan worden. Aan de ruit kan een temperatuur van meer dan 300 °C ontstaan.
NL 11
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
