Uw hersteltijd weergeven
Voordat u de hersteltijdfunctie kunt gebruiken, moet u een
hartslagmeter omdoen en deze koppelen met uw toestel
draadloze sensoren koppelen, pagina
hartslagmeter is meegeleverd met uw toestel, zijn het toestel en
de sensor al gekoppeld. Vul uw gebruikersprofiel in en stel uw
maximale hartslag in voor de meest nauwkeurige schatting
gebruikersprofiel instellen, pagina
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Hersteladvies.
3
Maak een rit.
4
Selecteer Bewaar rit na afloop van uw rit.
De hersteltijd wordt weergegeven. De hersteltijd is maximaal
vier dagen, en minimaal zes uur.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een rit worden op het toestel eventuele
nieuwe persoonlijke records weergegeven die u tijdens deze rit
hebt gevestigd. Tot uw persoonlijke records behoren uw snelste
tijd over een standaardafstand, uw langste rit en de grootste
stijging tijdens een rit. Indien het toestel wordt gekoppeld met
een compatibele vermogensmeter, wordt het maximale
vermogen weergegeven dat tijdens een periode van 20 minuten
is geregistreerd.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Pers. records.
Een persoonlijk record terugzetten
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Pers. records.
3
Selecteer een record om terug te zetten op de vorige waarde.
4
Selecteer Opties > Gebruik vorige > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Pers. records.
3
Selecteer een persoonlijk record.
4
Selecteer Opties > Wis record > Ja.
Navigatie
Navigatiefuncties en -instellingen worden ook gebruikt bij het
navigeren van koersen
(Koersen, pagina
(Segmenten, pagina
3).
• Locaties
(Locaties, pagina
• Kaartinstellingen
(Gebruikerslocaties weergeven op de kaart,
pagina
6)
Locaties
U kunt op het toestel locaties vastleggen en bewaren.
Uw locatie markeren
Voordat u een locatie kunt markeren, dient u satellieten te
zoeken.
Een locatie is een punt dat u vastlegt en in het toestel opslaat.
Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt terugkeren naar een
bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
1
Maak een rit
(Een rit maken, pagina
2
Houd
ingedrukt.
3
Selecteer Markeer positie.
6
10). Als de
5).
6) en segmenten
6)
3).
Er wordt een bericht weergegeven. Het standaardpictogram
voor elke locatie is een vlag
aanpassen, pagina
(De
Naar een opgeslagen locatie navigeren
Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient u
satellieten te zoeken.
(Uw
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Ga naar.
5
Selecteer
Terug naar startlocatie navigeren
Tijdens een rit kunt u op ieder gewenst moment terugkeren naar
het startpunt.
1
Maak een rit
2
Selecteer
3
Selecteer Terug naar start.
4
Selecteer Langs dezelfde route of Rechte lijn.
5
Selecteer
Het toestel navigeert terug naar het startpunt van uw rit.
Opgeslagen locaties weergeven
U kunt details bekijken over opgeslagen locaties, zoals de
hoogte en kaartcoördinaten.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een opgeslagen locatie.
4
Selecteer Details.
Gebruikerslocaties weergeven op de kaart
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Kaart > Gebruikerslocaties.
3
Selecteer Toon.
De kaartpictogrammen aanpassen
U kunt kaartpictogrammen aanpassen om verschillende typen
opgeslagen locaties te kunnen herkennen. U kunt bijvoorbeeld
uw thuislocatie of cafés of restaurants markeren.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een opgeslagen locatie.
4
Selecteer Wijzig pictogram.
5
Selecteer een optie.
Uw locatie verplaatsen
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een opgeslagen locatie.
4
Selecteer Verplaats naar hier > Ja.
De locatie wordt gewijzigd in uw huidige positie.
Een opgeslagen locatie verwijderen
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Verwijder > Ja.
Koersen
Een eerder vastgelegde activiteit volgen: U kunt bijvoorbeeld
een vastgelegde koers volgen omdat de route u beviel. Of u
(De kaartpictogrammen
6).
om de rit te beginnen.
(Een rit maken, pagina
3).
om de rit te pauzeren.
om uw rit te hervatten.
Navigatie