Code
Melding
Waar-
Fout
schuwing
–––
E22
Max. Filling Time
–––
E26 **
Contactor Jammed
W28
–––
Small maintenance
W29
–––
Extended mainte-
nance
–––
E32
Demand Snsr
–––
E33
Limit.Snsr
W34
E34
Max. Drain Time
W35
–––
BMS Timeout
Mogelijke oorzaken
De Condair RS bewaakt de vulprocedure met verschillende niveaus, die bij het vul-
len binnen een bepaalde tijd moeten worden bereikt. Als een niveau niet binnen de
gedefinieerde tijd wordt bereikt, wordt de foutmelding voor het overschrijden van de
"Max. Füllzeit" (max. vultijd) weergegeven.
Opmerking: De inlaatklep blijft wel open. Zodra het volgende niveau wordt bereikt,
wordt de fout automatisch gewist.
Watertoevoer belemmerd/afsluitklep ge-
sloten/zeeffilterklep verstopt/waterdruk
te laag.
Inlaatklep geblokkeerd of defect.
Te hoge tegendruk in de stoomleiding
(te hoge leidingdruk, te lange of geknikte
stoomleiding), waardoor water via de
vulbeker verloren gaat.
Lekkage in het watersysteem.
Het niveau in de stoomcilinder is gedaald, hoewel er geen commando is gegeven!
Hoofdschakelaar zit klem.
Lekkage in het watersysteem van de
Condair RS.
Onderhoudsinterval voor "klein onderhoud" (Small maintenance) afgelopen.
Opmerking: De Condair RS blijft normaal werken. De onderhoudsteller wordt weer-
gegeven, totdat de onderhoudsteller wordt gereset.
Het is tijd voor "klein onderhoud".
Onderhoudsinterval voor "groot onderhoud" (Extended maintenance) afgelopen.
Opmerking: De Condair RS blijft normaal werken. De onderhoudsteller wordt weer-
gegeven, totdat de onderhoudsteller wordt gereset.
Het is tijd voor "groot onderhoud".
Vraagsignaal niet binnen geldig bereik. De bevochtiging wordt stopgezet!
Vochtigheidssensor of externe regelaar
niet of niet correct aangesloten.
Sensor/regelaar onjuist geconfigureerd
(bijv. mA-signaal in plaats van V-signaal
geselecteerd).
Sensor/Regler defekt.
Signaal van de externe begrenzingsregeling niet binnen geldig bereik. De bevoch-
tiging wordt stopgezet!
Begrenzingsregelaar niet of niet correct
aangesloten.
Begrenzingsregelaar onjuist geconfigu-
reerd (bijv. mA-signaal in plaats van V-
signaal geselecteerd).
Begrenzungsregler defekt.
Het niveau in de stoomcilinder is niet binnen de gedefinieerde tijd tot het gede-
finieerde niveau gedaald. Der Condair RS führt einen Niveautest durch. Deze
procedure wordt bij overschrijding van de maximale aftaptijd maximaal drie keer
herhaald, waarna de foutmelding verschijnt en de bevochtiging wordt stopgezet!
Aftappomp niet of niet correct aange-
sloten.
Afvoerslang in het apparaat geknikt of
verstopt.
Waterafvoer geblokkeerd (externe afvoer-
leiding of sifon verstopt).
Verbindingsslangen naar de niveau-een-
heid verstopt.
Aftappomp defect.
BMS (Modbus, BACnet, LonWorks) verstuurt geen bevochtigings-/vraagsignaal meer.
Signaalkabel van BMS niet correct aan-
gesloten of beschadigd.
Er is interferentie.
Adresconflict met andere apparaten in
het netwerk.
Informatie
Oplossing
Watertoevoer controleren (filter, leidingen,
enz.), afsluitklep controleren/openen, wa-
terdruk controleren.
Zeef in inlaatklep controleren en, indien
nodig, reinigen. Klep vervangen.
Leidingdruk controleren, stoominstalla-
tie controleren. Indien nodig drukver-
effeningselement (leverbaar als optie)
monteren.
Watersysteem controleren/afdichten.
Hoofdschakelaar controleren en, indien
nodig, vervangen.
Condair RS op lekkage controleren/lek-
kages afdichten. Controleer de borgring
en het kalkopvangreservoir op scheuren.
"Klein onderhoud" uitvoeren en onder-
houdsteller resetten.
"Groot onderhoud" uitvoeren en onder-
houdsteller resetten.
Vochtigheidssensor/externe regelaar con-
troleren/correct aansluiten.
Sensor/regelaar via het configuratiemenu
correct configureren.
Sensor/regelaar vervangen.
Begrenzingsregelaar controleren/correct
aansluiten.
Sensor/regelaar via het configuratiemenu
correct configureren.
Begrenzingsregelaar vervangen.
Aftappomp controleren/correct aan-
sluiten.
Afvoerslang in het apparaat controleren/
reinigen en, indien nodig, vervangen.
Waterafvoerleiding en sifon reinigen.
Slangverbindingen reinigen of vervangen
Aftappomp vervangen.
Signaalkabel correct aansluiten of ver-
vangen.
Bron van interferentie zoeken en weg-
nemen.
Apparaatadressen correct vastleggen.
Storingsoplossing
71