Controle Van De Modulerende Werking (Automatische Werking) - Riello RX 360 S/PV Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud
Branders met voorgemengd gas
Verberg thumbnails
Zie ook voor RX 360 S/PV:
- Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud (44 pagina's) ,
- Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud (60 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
N.B.
Om terug naar de manuele modus te gaan drukt u de scha-
kelaar "ON/OFF" in de stand "OFF" en herhaalt u de fasen
voor de eerste start met de programmeermodus voor de
technicus. Als de schakelaar op "ON" blijft staan, herstart de
brander in de automatische werkingsmodus (voert op nor-
male wijze alle ontstekingsfasen uit, zonder op punt P0 te
stoppen na de voorventilatietijd).
Draai de schroef V1 in de richting van het "+" teken (Afb. 20
op pag. 24).
De brander wordt ontstoken, het programma gaat verder in
de stand minimum lading P1. Links wordt P1 knipperend
weergegeven, rechts het actuele toerental.
Houd de drukknop "A" ingedrukt (de weergave gaat naar 1A
en het toerental knippert) en druk op de knop "+" of "-" om
het toerental te wijzigen met 10 toeren/min binnen de vooraf
door OEM vastgelegde limieten (Parameter P403.01).
Controleer het uitzicht van de vlam, waar mogelijk, of de
waarde van de CO en de CO
goed afgesteld is (eerste maximumijking). Gebruik zo nodig
de schroef V2 van het gasventiel (draai naar het "+" teken
voor meer gas, naar het "-" teken voor minder gas) (Afb. 20
op pag. 24).
N.B.
Wanneer de controledoos een tijd lang dezelfde instelfase
heeft (bijvoorbeeld punt P1), geeft het display de instelling
van het toerental niet meer weer. Om die pagina opnieuw
weer te geven moet u de procedure met toegang met het
wachtwoord van de technicus (SO) uitvoeren.
Druk op de knop "i/reset" om de instelwaarde te bevestigen
in het interne geheugen.
Het symbool oP wordt snel weergegeven: P1. Het toerental
van de ventilator krijgt de waarde van de nominale lading
P2. Links wordt P2 knipperend weergegeven, rechts het
actuele toerental.
Houd de drukknop "A" ingedrukt (de weergave gaat naar 2A
en het toerental knippert) en druk op de knop "+" of "-" om
het toerental te wijzigen met 10 toeren/min binnen de vooraf
door OEM vastgelegde limieten (Parameter P403.02).
Controleer het uitzicht van de vlam, waar mogelijk, of de
waarde van de CO en de CO
goed afgesteld is (eerste maximumijking). Draai zo nodig
aan de schroef V1 van het gasventiel (draai naar het "+"
teken voor meer gas, naar het "-" teken voor minder gas)
(Afb. 20 op pag. 24).
Druk op de knop "i/reset" om de instelwaarde te bevestigen
in het interne geheugen.
Van hieruit kan de snelheid voor kleine P1 of grote vlam P2
als hierboven beschreven worden aangepast. Het is ook
mogelijk om de instelprocedure te beëindigen en de brander
in de automatische bedrijfsmodus te schakelen door meer-
dere malen op "ESC" te drukken (druk tegelijkertijd op "+" en
"-").
Herstel de externe modulatiebediening (bediening op 3 pun-
ten of analoog signaal). In de automatische werkingspositie
gelden de vermogensvereisten van de externe ladingrege-
laar.
N.B.
Voor het opslaan van de instellingen in de programmamodu-
le PME... dient u een handmatige back-up uit te voeren.
Raadpleeg Back-up op pag. 40.
20151735
Inbedrijfstelling, instelling en werking van de brander
om te begrijpen of de brander
2
om te begrijpen of de brander
2
Eventuele aanpassingen aan de parameters en
instellingen worden in het interne geheugen van
de basiseenheid uitgevoerd en opgeslagen.
OPGELET
Voor het opslaan van de aangepaste instellingen
van de module van het programma PME7... dient
de back-up handmatig te worden geactiveerd. In-
dien dit niet wordt gedaan, bestaat het risico op
verlies van de veiligheidsfuncties.
Na de eerste start of na de vervanging van de pro-
grammamodule dient u onmiddellijk na de herstel-
procedure de volgorde van de functies en de
instellingen van de parameters te controleren. In-
OPGELET
dien dit niet wordt gedaan, bestaat het risico op
verlies van de veiligheidsfuncties.
Als er parameters werden gewijzigd, moet een
backup uitgevoerd worden! Indien dit niet wordt
gedaan, bestaat het risico op verlies van de veilig-
heidsfuncties.
OPGELET
7.5.2
Controle van de modulerende werking
(automatische werking)
Alvorens de brander in te stellen in de moduleren-
de werking moeten de procedures " Voorinstelling
van de punten P0 (ontsteking), P1 (minimum) en
P2 (maximum)" (paragraaf 7.4 op pag. 48) en "
OPGELET
Eerste start van de brander" (paragraaf 7.5.1 op
pag. 49) worden uitgevoerd.
–
De elektrische spanning is beschikbaar.
–
Druk de schakelaar "ON/OFF" in de stand "ON".
–
Controleer of de externe modulatiebediening (bediening op 3
punten of analoog signaal) aangesloten is en goed werkt.
N.B.
tijdens de werking van de brander geeft het display AZL
"oP" weer: staat voor modulerende werking. De weergave
na "oP": geeft de waarde van de snelheid in procent aan.
Een snelheid van 100% is gelijk aan die van punt P2 (maxi-
mumsnelheid).
Om het benaderend toerental van de ventilator te berekenen met
het percentage "oP" moet de snelheid, ingesteld in punt P2, ver-
menigvuldigd worden met het afgelezen percentage (bijv. als
P2=6000 tpm en oP=20%, dan is de snelheid van de ventilator
ongeveer 1200 tpm).
Als de snelheid wordt gewijzigd die is ingesteld in punt P2 (om bij-
voorbeeld het verbrande vermogen te verlagen), wordt ook de
actuele waarde gewijzigd met "oP" (bijv. P2=5000 tpm en
oP=20% de snelheid van de ventilator is ongeveer 1000 tpm).
50
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
