5.7
Bevestiging van de brander op de ketel
Alle werkzaamheden voor installatie, onderhoud
en demontage moeten hoe dan ook alleen uitge-
voerd worden wanneer de elektriciteitsleiding los-
gekoppeld is.
GEVAAR
Voorzie een gepast hefsysteem.
De dichting brander-ketel moet hermetisch zijn.
OPGELET
Voor de installatie als volgt te werk gaan:
Assembleer de luchtinlaat 1) met de schroeven 2) en de
moeren.
Sluit de hoogspanningskabels aan op de transformator
3)(Afb. 18) en de aansluiting van de ioniseersonde op de
relatieve kabel die uit de apparatuur steekt.
Bevestig de gasstraatgroep 4)(Afb. 18) en de gasbuis (5) met
de schroeven, moeren en sluitringen die meegeleverd zijn.
Plaats de afdichtingen 7) zoals op afbeelding (Afb. 18).
Assembleer de meegeleverde gasstraat van de waakvlam
6)(Afb. 18).
Controleer of de afdichtingscilinder in het verbindingsstuk 8)
aanwezig is.
Breng de gasstraat van de waakvlam 6)(Afb. 18) aan op het
verbindingsstuk 8) en draai de moer helemaal vast.
Installeer de gasstraat volgens de aanwijzingen op pag. 25.
Let op de aanwezigheid van de afdichting 7)(Afb.
18) en de gasdichting.
OPGELET
Gebruik een geschikt afdichtingsmiddel en con-
troleer tijdens de werking de algemene gasdich-
ting, vooral die van de buis 5)(Afb. 18).
OPGELET
Installatie
6
D8666
23
6
2
1
4
20130152
Let op tijdens deze handeling dat niet aan de
groep elektroden wordt geknoeid.
OPGELET
Draai de stiftbouten 2)(Afb. 19) vast aan de plaat 1).
Plaats het hittebestendige scherm 3).
Plaats de afdichting in siliconenrubber 4).
Bevestig de flens van de brander (Afb. 19) aan de plaat van
de ketel en draai de moeren 5) vast (Afb. 19).
4
3
5
NL
8
7
5
1
2
7
3
Afb. 18
Afb. 19
20151735