5.8
Brandstoftoevoer
Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken
in aanwezigheid van een ontvlambare bron.
Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin-
gen, vonken, warmte.
Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof
gesloten is alvorens werkzaamheden op de bran-
der uit te voeren.
De installatie van de toevoerleiding van de brand-
stof moet uitgevoerd worden door bevoegd perso-
neel, volgens de uitleg in deze handleiding en
conform de van kracht zijnde normen en wetsbe-
OPGELET
palingen.
De branders zijn gecombineerd met monoblok gasventielen van
het proportionele pneumatische type waarmee de hoeveelheid
geërogeerd gas kan gemoduleerd worden, en dus het ontwikkel-
de vermogen.
Een druksignaal, gedetecteerd aan het luchtcircuit, wordt naar
het pneumatisch gasventiel gebracht, dat een hoeveelheid gas
erogeert dat proportioneel is aan het luchtdebiet dat wordt ont-
wikkeld door de ventilator.
Gasventiel
Druktestpunt van het gas
stroomopwaarts (P1)
Compensatieleiding (T)
Afstelling van minimumgasstroom
op de stabilisator (V2)
20151735
Installatie
+
-
+
-
D7803
24
5.8.1
Menger lucht/gas
Het mengen van het gas met verbrandingslucht gebeurt intern
het ventilatiecircuit (menger), vanaf de ingang van de aanzuig-
mond.
De brandstof wordt langs de gasstraat ingevoerd in de luchtader
in aanzuiging, en met behulp van een mixer begint de optimale
menging.
De buis (T) (Afb. 20) tussen de klep-Venturi maakt het mogelijk
de accidentele verstopping van de aanzuiging te compenseren
door de vermindering van het afgegeven gas.
Na de compensatiebuis (T) aangesloten te heb-
ben op de klep, kan hij afgedekt worden met de
rubberen bescherming.
VOORZICHTIG
Regeling max. gasdebiet (V1)
Druktestpunt stroomafwaarts (P2)
Compensatieleiding (T)
Metalen bescherming
NL
Menger lucht/gas (Venturi) in
het aanzuigingscircuit
Kabelschoen
Afb. 20