Categorie 1 alarm
Schakel het alarm en het alarmsignaal uit
door de portieren met de sleutel te
ontgrendelen en uw auto aan te zetten of
de portieren of de achterklep met de
afstandsbediening te ontgrendelen.
N.B.: De passieve sleutel moet zich binnen
het detectiegebied van dat portier bevinden.
Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 63).
ANTIDIEFSTALSYSTEEM -
AUTO'S MET:
INTERIEURSENSOR
Alarmsysteem
N.B.: Schakel het alarm niet in indien zich
personen, dieren of andere bewegende
voorwerpen in de auto bevinden. Het alarm
kan onbedoeld afgaan.
Perimeteralarm
Het perimeteralarm is een afschrikmiddel
voor personen die ongeoorloofd de
portieren en de motorkap proberen te
openen. Het beveiligt ook de
audioeenheid.
Interieursensoren
De sensoren van de interieurverlichting
bevinden zich in de dakconsole.
N.B.: Zorg dat de sensoren van de
interieurverlichting niet bedekt worden.
De sensoren registreren elke beweging in
uw auto en zijn een afschrikmiddel voor
indringers.
Hellingsensoren
Wanneer u de auto vergrendelt en het
alarm inschakelt, zijn de sensoren
ontworpen om elke poging om de auto op
te heffen te detecteren, bijvoorbeeld om
een wiel te verwijderen of de auto weg te
slepen.
Galaxy / S-MAX (CDR) Vehicles Built From: 18-01-2021, 5-Door LMV/5-Door SAV, CG3646nlNLD nlNLD, Edition date: 202011, First-Printing
Beveiliging
Alarm activeren
Wanneer het alarm is ingeschakeld, kan
het op een van de volgende manieren
worden geactiveerd:
•
Indien iemand een portier, de
achterklep of de motorkap opent
zonder geldige sleutel of
afstandsbediening.
•
Indien u de auto aanzet zonder een
correct gecodeerde sleutel.
•
Indien de interieursensoren
bewegingen in uw auto registreren.
Wanneer het alarm is geactiveerd, klinkt
de alarmclaxon gedurende 30 seconden
en knipperen de alarmknipperlichten vijf
minuten.
Iedere verdere poging om een van
bovenstaande handelingen uit te voeren
activeert het alarm opnieuw.
Volledige en beperkte beveiliging
Volledige beveiliging
Volledige beveiliging is de
standaardinstelling.
Bij volledige beveiliging zijn de
interieursensoren ingeschakeld als u het
alarm inschakelt.
Beperkte beveiliging
Bij beperkte beveiliging zijn de
interieursensoren uitgeschakeld wanneer
u het alarm inschakelt.
Volledige of beperkte beveiliging
selecteren
U kunt volledige of beperkte beveiliging
selecteren m.b.v. het informatiedisplay.
Zie Algemene informatie (bladzijde 113).
72