Dit mechanisme moet in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat worden geïnstalleerd, zijn
toegelaten en eigenschappen hebben die overeenkomen met het vermogen van het apparaat (zie
technische eigenschappen).
Vervolgens moet het apparaat worden aangesloten op de EQUIPOTENTIAALinstallatie. Het
bijbehorende klemmenblok bevindt zich in de nabijheid van de opening voor de voedingskabel en is
gemarkeerd met een etiket met een symbool (afb. 7 – Blz. 4).
Aansluiting op de waterleiding
De wateraansluiting moet worden uitgevoerd volgens de geldende voorschriften.
Controle van de dichtheid en de gasdruk (afb. 8 - blz. 4).
Voordat u de gasdruk controleert, moet u eerst met een speciale spray de dichtheid van de installatie
controleren tot aan de sproeier. Hierdoor is het mogelijk om vast te stellen of er geen beschadigingen
zijn opgetreden tijdens het transport. Vervolgens controleert u de ingangsdruk met een manometer, een
"U'-vormige buis of een elektronisch instrument met een schaalverdeling van minimaal 0,1 mbar. Om
dit uit te voeren dient u de sluitschroef (1) van de drukaansluiting (2) los te draaien en te verbinden met
het buisje van de manometer. Open het gaskraantje van het apparaat, meet de gasdruk en sluit het
kraantje. Verwijder het buisje en draai de sluitschroef zorgvuldig terug in de drukaansluiting. De
gemeten druk moet zich bevinden tussen de aangegeven minimum- en maximumwaarde:
Als de gemeten druk buiten de grenswaarden valt, moet de oorzaak hiervan vastgesteld worden. Na
het wegnemen van het probleem, opnieuw de druk meten.
Controle van het vermogen
Normaal gezien is het voldoende om na te gaan of de geïnstalleerde sproeiers overeenkomen met de aanbevelingen en
of de branders zonder problemen functioneren. Indien het echter noodzakelijk is om het afgenomen vermogen vast te
stellen kan hiervoor de "volumetrische methode" worden gebruikt. Met een chronometer en een teller is het mogelijk
om de hoeveelheid gas die wordt afgegeven aan het apparaat per tijdseenheid vast te stellen. De juiste
vergelijkingshoeveelheid [E] kan worden berekend in liters per uur (l/h) of liters per minuut (l/min) met de hieronder
weergegeven formule. Het in de tabel met brandereigenschappen weergegeven nominaal en minimaal vermogen wordt
gedeeld door de laagste calorische waarde die is voorzien voor de gassoort.
normtabel of kunt u opvragen bij uw gasbedrijf.
P
Gassoort
[mbar] [mbar] [mbar]
G20 (methaan)
G25 (methaan)
G30 (butaan)
G31 (propaan)
Blz. 12/17
P
P
n
min
MAKS
20
17
25
20
17
25
50
42,5
57,5
50
42,5
57,5
Die waarde bevindt zich in de