In beide gevallen moet u bij de installatie in de buurt van een muur van brandbaar materiaal een afstand van minimaal
100 mm tot de zijwanden en de achterwand van het apparaat aanhouden (zie de afbeelding op deze bladzijde). Is het
niet mogelijk om een dergelijke afstand aan te houden, pas dan geschikte veiligheidsmaatregelen toe (bv. folie van
hittebestendig materiaal), die de temperatuur van de wanden binnen veilige grenzen houden.
Installatie
De installatiewerkzaamheden, de eventuele ombouw in verband met de gassoort of de aanpassing
aan afwijkende netspanningen, de montage van de installatie en de apparaten, ventilatie, rookafvoer
en eventuele onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel
met inachtneming van de geldende voorschriften. Verder dienen de volgende regelingen in acht te
worden genomen (DE):
DVGW-werkblad G600 TRGI (Technische Regels voor Gasinstallaties)
TRF - Technische regels voor Vloeibaar Gas
DVGW-werkblad G634, Installatie van Grootkeukenapparatuur
de betreffende voorschriften voor ongevallenpreventie VGB 77
De geldende voorschriften voor veiligheid en arbeidshygiëne
De geldende wettelijke regelingen, zoals bouwverordeningen en brandweervoorschriften
Regelingen van het gasbedrijf (GVU)
Richtlijnen van het bouwtoezicht betreffende technische brandweervoorschriften aangaande
ventilatie-installaties
Veiligheidsregels in keukens ZH 1/37
DIN 18160 deel 1 "Huisschoorstenen"
De richtlijn "Technische Ventilatie-installaties in Keukens" VDI 2052
Richtlijnen betreffende de toepassing van vloeibaar gas ZH 1/455
Voorschriften betreffende de drinkwatervoorziening
In andere landen dienen de lokale richtlijnen te worden opgevolgd:
Verordeningen van de gasnetbeheerder
Lokale bouwvoorschriften en brandweervoorschriften
De geldende wetten betreffende ongevallenpreventie
Bepalingen van het gasbedrijf
Elektriciteitsnormen
De geldende brandweervoorschriften
Rookafvoer
De beschreven apparaten voldoen aan de eisen van het type "A1". Daarom hebben ze geen directe aansluiting met een
afvoerpijp nodig voor de afvoer van de verbrandingsgassen. De verbrandingsgassen moeten worden afgevoerd met
behulp van afzuigkappen of vergelijkbare apparaten, die zijn verbonden met een werkende schoorsteen of een
afzuigopening waardoor de gassen direct naar buiten worden afgevoerd. Wanneer bovenstaande inrichtingen ontbreken,
is directe afvoer naar buiten toegestaan via een ventilatie-installatie, waarvan de capaciteit niet kleiner mag zijn dan de
waarde die is opgenomen in tabel 1. Deze waarde moet volgens de geldende voorschriften verhoogd worden met de
noodzakelijke luchtverversing voor het welzijn van de werknemers
gasvermogen).
.
(totaal ca. 35 m3/h per kW geïnstalleerd
Blz. 10/17