Beveiliging brijntekort
Deze functie bewaakt permanent de brijndruk om een
mogelijk brijntekort te verhinderen.
Een analoge druksensor schakelt de warmtepomp uit als de
brijndruk eenmalig onder 0,2 bar daalt. In het foutgeheugen
wordt de fout 91 weergegeven tot de foutoorzaak verholpen
is.
De warmtepomp schakelt automatisch opnieuw in als de
brijndruk boven 0,4 bar stijgt en de foutindicatie verdwijnt.
Als de brijndruk gedurende meer dan één minuut onder
0,6 bar daalt, verschijnt in het menu
wingsmelding.
Vloerbeveiligingsschakeling bij alle CV-installaties
zonder buffervat
Deze functie zorgt voor een beveiliging van oververhitting
van vloeren (belangrijk bijv. voor houten vloeren). Als de in
het vloer-CV-circuit gemeten verwarmingsaanvoertempera-
tuur permanent gedurende meer dan 15 minuten een door
de installateur instelbare waarde overschrijdt, schakelt de
warmtepomp met de foutmelding 72 uit. Als de CV-aanvoer-
temperatuur weer beneden deze waarde gedaald is en de
fout door de installateur gereset werd, schakelt de warmte-
pomp weer in.
Fasebewaking van de spanningsvoeding
Deze functie controleert permanent de volgorde en het
voorhanden zijn van de fasen (rechts draaiveld) van de
400 V spanningsvoeding. Als de volgorde niet correct is of
als een fase uitvalt, volgt een uitschakeling van de warmte-
pomp om een beschadiging van de compressor te vermij-
den.
Invriesbeveiligingsfunctie
Deze functie verhindert het invriezen van de verdamper bij
onderschrijding van een bepaalde warmtebrontemperatuur.
De uitgangstemperatuur van de warmtebron wordt voortdu-
rend gemeten. Daalt de uitgangstemperatuur van de warm-
tebron onder een bepaalde waarde, schakelt de compressor
met de foutmelding 20 resp. 21 tijdelijk uit. Treden deze fou-
ten drie keer na elkaar op, dan volgt een permanente uit-
schakelen of de warmtepomp gaat in noodmodus als de
interne elektrische bijstookverwarming hiervoor vrijgescha-
keld werd.
Gebruiksaanwijzing geoTHERM exclusiv 0020132507_00
Toestelopbouw en toestelfuncties
3.2.3 Handmatig instelbare functies
Daarnaast beschikt u over handmatig instelbare functies
(¬ hfdst. 4.13) waarmee u het automatische bedrijf tijdelijk
buiten werking kunt stellen en het bedrijf handmatig kunt
sturen of aan uw behoeften kunt aanpassen:
Tijdprogramma
Deze functie maakt het programmeren mogelijk van max.
drie tijdsvensters per dag of per blok van dagen voor CV-
1 een waarschu-
bedrijf (per CV-circuit), warmwaterbedrijf en circulatie.
Vakantieprogramma's
Deze functie maakt u het programmeren mogelijk van twee
vakantieperiodes met datum en verlagingstemperatuur met
een eigen gewenste temperatuur voor het CV-bedrijf.
Partyfunctie
Deze functie maakt u het voortzetten van verwarmings- en
warmwaterlaadtijden met ingestelde gewenste tempera-
tuurwaarden mogelijk tot na het volgende verlagingstijdstip.
Spaarfunctie
Deze functie maakt u het direct verlagen van de gewenste
aanvoertemperatuur voor een instelbare periode mogelijk.
Eenmalige boilerlading
Deze functie maakt het u mogelijk om de boiler onafhanke-
lijk van het actuele tijdsprogramma één keer op te laden
(op te warmen).
Handmatige koelfunctie
Deze functie maakt het permanent koelen van de woon-
ruimtes in het zomerbedrijf voor een geprogrammeerd aan-
tal dagen (0 - 99) mogelijk. U kunt deze functies altijd hand-
matig activeren en deactiveren.
In het handmatige koelbedrijf wordt de warmtepomp per-
manente voor de koeling gebruikt. De regeling van de auto-
matische koelfunctie wordt hierbij buiten werking gesteld.
Afwerklaagdroging
Deze functie maakt het droogstoken van afwerklagen
mogelijk. De instelling gebeurt door de installateur.
Legionellabeveiliging
Deze functie maakt het doden van kiemen in de boiler en in
de buisleidingen mogelijk. De instelling gebeurt door de
installateur.
Onderhoud op afstand
Deze functie maakt de diagnose en de instelling van de
thermostaat via vrDIALOG of vrnetDIALOG door de installa-
teur mogelijk.
3
9