3.2
Toestelfuncties
3.2.1
Werkingsprincipe
3.2 Gebruik van de warmtebron aardwarmte
Warmtepompinstallaties werken volgens hetzelfde principe,
zoals u het bij de koelkast kent. Warmte-energie wordt door
een medium met hoge temperatuur op een medium met
lage temperatuur overgedragen en hierbij uit de omgeving
getrokken.
Warmtepompinstallaties bestaat uit gescheiden koelcircuits,
waarin vloeistoffen of gassen de warmte-energie van de
warmtebron naar de CV-installatie transporteren. Omdat
deze circuits met verschillende media (brijn, koelmiddel en
verwarmingswater) werken, zijn ze via warmtewisselaar aan
elkaar gekoppeld. In deze warmtewisselaars vindt de over-
dracht van de warmte-energie plaats.
De Vaillant warmtepomp geoTHERM exclusiv gebruikt de
warmtebron aardwarmte.
De volgende informatie hoeft u voor het bedienen van de
warmtepomp niet te kennen. Voor geïnteresseerde leken
echter is hierna de werkwijze van het koelmiddelcircuit
gedetailleerd beschreven.
Het systeem bestaat uit gescheiden circuits die middels
warmtewisselaars met elkaar gekoppeld zijn. Deze circuits
zijn:
– Het brijncircuit waarmee de warmte-energie van de
warmtebron naar het koelmiddelcircuit getransporteerd
wordt.
Gebruiksaanwijzing geoTHERM exclusiv 0020132507_00
1/4 elektro-energie
3/4 milieu-energie
4/4 verwarmingsenergie
Toestelopbouw en toestelfuncties
– Het koelmiddelcircuit waarmee door het verdampen,
condenseren, fluïdiseren en expanderen gewonnen
warmte-energie aan het CV-circuit afgegeven wordt.
– Het CV-circuit waarmee de verwarming en de warmwa-
terbereiding van een boiler gevoed worden.
Koud water
CV-
installatie
Omschakelklep
Verwarming/
boilerlading
CV pomp
3
Condensor
Expansie ventiel
4
Verdamper
Brijncircuit
Brijnpomp
Warmtebron
3.3 Werkwijze van de warmtepomp
Via de verdamper (1) is het koelmiddelcircuit aan de warm-
tebron gekoppeld en neemt de warmte-energie ervan op.
Daarbij verandert de aggregaattoestand van het koelmiddel,
het verdampt. Via de condensor (3) is het koelmiddelcircuit
met de CV-installatie verbonden, waaraan het de warmte-
energie opnieuw afgeeft. Daarbij wordt het koelmiddel weer
vloeibaar, het condenseert.
Omdat warmte-energie slechts door een lichaam met
hogere temperatuur op een lichaam met lagere tempera-
tuur kan overgaan, moet het koelmiddel in de verdamper
een lagere temperatuur dan de warmtebron hebben. Daar-
entegen moet de temperatuur van het koelmiddel in de con-
densor hoger zijn dat deze van het verwarmingswater om
de warmte-energie daar te kunnen afgeven.
Deze verschillende temperaturen worden in het koelmiddel-
circuit via een compressor (2) en een expansieventiel (4)
gecreëerd, die zich tussen de verdamper en de condensor
bevinden. Het dampvormige koelmiddel stroomt van de ver-
damper komend in de compressor en wordt door de com-
pressor verdicht. Hierbij stijgen de druk en de temperatuur
van de koelmiddeldamp sterk. Na deze procedure stroomt
het koelmiddel door de condensor, waarin het zijn warmte-
energie door condensatie aan het verwarmingswater
afgeeft. Als vloeistof stroomt het naar het expansieventiel,
daarin ontspant het zich sterk en verliest daarbij extreem
Omschakelklep
Koeling
Bijstook-
Warm water
verwarming
boiler
CV circuit
2
Koelmiddel-
Compressor
circuit
1
Brijnmengventiel
Koelingswarmtewisselaar
3
Warm water
7